Geheime oorlogen
Gordon Thomas
Geheime oorlogen
Een onthullend beeld van honderd jaar Britse geheime dienst
Spectrum
Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv, Houten – Antwerpen
Spectrum maak deel uit van Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv,
Postbus 97
3990 DB Houten
© 2009 Gordon Thomas
© 2009, 2011 Nederlandstalige uitgave: Uitgeverij Unieboek | Het Spectrum bv, Houten – Antwerpen
Eerste druk 2009
Derde herziene druk 2011
Oorspronkelijke uitgave: St. Martin’s Press New York
Oorspronkelijke titel:
Secret Wars
Vertaling: Joost van der Meer en Bill Oostendorp
Omslagontwerp: Studio Jan de Boer
Omslagfoto: Getty Images
Zetwerk: Elgraphic bv, Schiedam
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet 1912, juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB, Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken dient men zich tot de uitgever te wenden.
eBook
ISBN
978 90 00 30054 9
NUR
680
Voor Edith
Elke dag besefte ik weer hoe haar liefde, geduld en begrip het schrijven van dit boek een stuk gemakkelijker maakten.
Inhoud
Directeuren inlichtingendiensten
1. Geheim agent in dienst van Hare Majesteit
15. Meegaan in de nieuwe wereld
18. De dag die hun leven veranderde
Verklarende woordenlijst Literatuurlijst
MI
5: opgericht 1 augustus 1909
1909–1940 | generaal-majoor sir Vernon Kell |
1940–1941 | brigadecommandant Oswald Allen ‘Jasper’ Harker (waarnemend) |
1941–1946 | sir David Petrie |
1946–1953 | sir Percy Sillitoe |
1953–1956 | sir Dick White |
1956–1965 | sir Roger Hollis |
1965–1972 | sir Martin Furnival Jones |
1972–1978 | sir Michael Hanley |
1978–1981 | sir Howard Smith |
1981–1985 | sir John Lewis Jones |
1985–1987 | sir Antony Duff |
1987–1992 | sir Patrick Walker |
1992–1996 | dame Stella Rimington |
1996–2002 | sir Stephen Lander |
2002–2007 | dame Eliza Manningham-Buller |
2007– | Jonathan Evans |
MI
6: opgericht 1 augustus 1909
1909–1923 | kapitein sir Mansfield Smith Cumming |
1923–1939 | admiraal sir Hugh ‘Quex’ Sinclair |
1939–1952 | generaal-majoor sir Stewart Menzies |
1952–1956 | generaal-majoor sir John Sinclair |
1956–1968 | sir Dick White |
1968–1973 | sir John Rennie |
1973–1978 | sir Maurice Oldfield |
1978–1981 | sir Arthur ‘Dickie’ Temple Franks |
1981–1985 | sir Colin Frederick Figures |
1985–1989 | sir Christopher Curwen |
1989–1994 | sir Colin McColl |
1994–1999 | sir David Spedding |
1999–2004 | sir Richard Dearlove |
2004– | sir John McLeod Scarlett |
GCHQ
: opgericht 1 januari 1946
1946–1952 | sir Edward Travis |
1952–1960 | sir Eric Jones |
1960–1965 | sir Clive Loehnis |
1965–1973 | sir Leonard Hooper |
1973–1978 | sir Arthur Bonsall |
1978–1983 | sir Brian Tovey |
1983–1989 | sir Peter Marychurch |
1989–1996 | sir John Adye |
1996–1997 | sir David Omand |
1998 | sir Kevin Tebbit |
1998–2003 | sir Francis Richards |
2003– | sir David Pepper |
MI
5 en
MI
6 zijn de oudste van alle moderne inlichtingendiensten; alleen de spionnen van het Vaticaan en die van de geheime inlichtingendienst van China (nu de
MSS
) kunnen bogen op een langere historie. Mijn contacten met agenten uit de twee Britse diensten besloegen een periode van bijna vijftig jaar, en velen van hen zijn inmiddels overleden. Hoewel iedereen ervoor waakt om uit de school te klappen, zijn sommigen van hen het erover eens dat de behoefte aan meer openheid gezond is. Dankzij hen kon dit boek worden geschreven. Hier volgen enkele namen:
Stanislaw Aleksandrovitsj
: voormalig
KGB
-
rezidentura
in Tokio
Ken Alibek
: adjunct-directeur Biopreparat, programma voor biologische oorlogvoering van de Sovjet-Unie
Meir Amit
: voormalig directeur-generaal Mossad
Juval Aviv
: voormalig veldofficier Mossad
Norman Baker
: voormalig parlementslid
Norman Bailey
: voormalig analist nationale veiligheidsdienst
Ehud Barak
: voormalig minister-president van Israël
Ari Ben-Menashe
: inlichtingenadviseur voor de regering van Yitzhak Shamir (Israël)
Cheryl Ben-Tov
: voormalig Mossad-agent
William Buckley
: cia-standplaatshoofd te Libanon
Vera Butler
: informatieanalist (Australië)
William Casey
: voormalig hoofd
CIA
Eddie Chapman
: voormalig dubbelspion
MI
5
Eli Cohen
: voormalig veldofficier Mossad
William Colby
: voormalig hoofd
CIA
David Dastych
: voormalig
CIA
-agent
Iuan Deake
: hoofd Special Operations (
GB
)
Éric Denécé
: directeur
Centre Française de Recherche sur le
Renseignement
Rafi Eitan
: voormalig hoofd operaties Mossad
Marer Elmer
: hoofd veiligheidsdienst Vaticaan
Moshe Goldberg
: voormalig veldofficier Mossad
Edward Gunderson
: voormalig
FBI
-hoofdagent Los Angeles
Efraim Halevy
: voormalig directeur-generaal Mossad
Isser Havel
: voormalig directeur-generaal Mossad
Charles Haughey
: voormalig premier Ierse Republiek
Richard McGarrah Helms
: voormalig hoofd
CIA
Barbara Honegger
: hoofdonderzoeker militaire aangelegenheden, Amerikaanse marine
David Kelly
: hoofd microbiologie, Porton Down (
GB
)
Annie Machon
: voormalig
MI
5-agent
Robert D. Morningstar
: informatiespecialist in fotoanalyse en computerbeelden (
VS
)
Daniel Nagier
: voormalig inlichtingenofficier van het Israëlische leger
Gamel Abdel Nasser
: president van Egypte
Victor Ostrovski
: voormalig Mossad-agent
Dr. Vladimir Pasetsjnik
: microbioloog, Porton Down (
GB
)
Viktor Aleksandrovitsj Penkov
: voormalig
GRU
-agent te Parijs
Carlos Rodrigues
:
DAS
-agent (Colombia)
Uri Saguy
: voormalig hoofd Aman
Dr. William Sargant
: psychiatrisch consultant en adviseur voor
MI
5 en
MI
6
John C. Stennis
: lid bijzondere senaatscommissie inlichtingenwerk
Richard Tomlinson
: voormalig
MI
6-agent
Colin Wallace
: voormalige hogere inlichtingenofficier van het Britse leger
Marcus Wolff
: voormalig hoofd Stasi
Peter Wright
: voormalig
MI
5-agent
Anderen wensten anoniem te blijven. Bij elkaar leverden meer dan honderd personen een bijdrage aan dit boek. De belangrijkste personen werden ieder minstens vijf keer geïnterviewd. Hoewel ze de gevoeligheid van de onderwerpen respecteerden, bleken hun herinneringen vaak een stuk waardevoller dan het doorspitten van stapels vertrouwelijke dan wel als uiterst geheim aangemerkte documenten, die derhalve soms wel meer dan dertig jaar achter slot en grendel blijven.
De geïnterviewde anonieme bronnen maakten duidelijk dat ‘vertrouwelijk’ in de inlichtingenwereld vaak weinig meer is dan een labeltje om een pijnlijke vergissing mee te maskeren. Een tweede reden om hun anonimiteit te respecteren, is omdat dit boek ook actuele onderwerpen aansnijdt.
1
Half maart 2007. Een donkerblauwe auto, met achter het stuur een chauffeur van Scotland Yards Special Branch, baande zich in de vroege ochtend een weg door de buitenwijken van West-Londen naar het centrum van de stad. Sir John McLeod Scarlett, de man achterin, leek met zijn respectabele voorkomen de belichaming van het Britse establishment: een bankier misschien, of de directeur van een groot bedrijf. Zijn maatpak van Gieves & Hawkes, het overhemd met dubbele manchetten en zijn Travellers Club-stropdas versterkten dit beeld nog eens.
Scarlett was een geheim agent in dienst van Hare Majesteit, een meesterspion die allang had begrepen dat het speelveld van de inlichtingendienst geen spelregels kent. Als 59-jarige bezat hij nog altijd het gecultiveerde lijzige toontje van zijn middelbare school (Epsom College) en de drie jaar op Magdalen College van Oxford, waar hij geschiedenis studeerde alvorens bij
MI
6 te belanden en een wereld te betreden waar list en bedrog de hoekstenen van zijn werk zouden blijven. Zijn carrière binnen het spionage- en contraspionagewerk vertoonde 32 jaar lang een stijgende lijn met de daarbij behorende promoties, totdat hij in 2007 ten slotte directeur-generaal van de inlichtingendienst werd – de veertiende – en begin dat jaar door de koningin was geridderd. Scarlett was getrouwd en vader van vier volwassen kinderen, een meisje en drie jongens. Hij verzamelde geschiedenisboeken, bezocht regelmatig middeleeuwse kerken en hield van goed dineren.
Deze aangename vormen van tijdverdrijf harmonieerden volledig met het riante mahoniehouten bureau in zijn werkkamer, het bureau dat ooit de hut van admiraal lord Nelson op de
HMS
Victory
had gesierd en waarachter Scarletts voorgangers hadden gezeten. Op het bureaublad stond een Victoriaanse inktpot met groene inkt, met daarnaast de Parker-vulpen waarmee Scarlett al zijn correspondentie ondertekende.
Een schakelpaneeltje bracht hem in directe verbinding met de premier, het hoofd van
MI
5, de baas van de
CIA
en de hoofden van de Europese inlichtingendiensten. Eén knop stond in verbinding met een telefoon van de directeur-generaal van de Mossad, 4800 kilometer ver weg.