Sliver (5 page)

Read Sliver Online

Authors: Ira Levin

BOOK: Sliver
6.32Mb size Format: txt, pdf, ePub

Dmitri kwam de steunen voor de boekenplanken in de woonkamer bevestigen en boorde gaatjes op de kruisjes die ze laag op de keukenwand had gezet. Ze installeerde de krabpaal en deed Felice voor waar het ding voor diende door de voorpootjes van de poes over de kurken doughnuts te wrijven. Op hoop van zegen. Ze hing Roxies valk in de gang op; de valk en de Zwick kwamen beter tot hun recht als je ze los van elkaar zag. Ze zette haar boeken op de planken, terwijl Claire Bloom Naar de vuurtoren voorlas. Ze ging zich voorstellen bij de Corner Bookstore aan Ninety-third Street. Dat kon nooit kwaad; wie weet kon ze er ooit nog eens etalageruimte versieren.

Ze belde haar ouders en bedankte hun voor de art-decoschaal, die prachtig zou staan op de nieuwe lage tafel, die nog afgeleverd moest worden. Zoals gewoonlijk kreeg ze het met haar vader aan de stok toen hij tegen haar zei dat zij tegen Bob moest zeggen dat hij weer eens moest opbellen.

Ze las in de pocketeditie van The Worm in the Apple van Hubert Sheer, de eerste vier hoofdstukken. Daarna belde ze Roxie. 'Tot nu toe is het fantastisch. Hij schrijft ontzettend goed!' 'En verder?'

'Niets "verder",' antwoordde Kay. Ze lag op bed en speelde met Felice's witte oor. 'We hebben een vage afspraak om samen te gaan fietsen als hij terug is van een reis. Ik weet niet eens hoe lang hij wegblijft. Japan. Hij vertrekt in de loop van deze week.' 'Dat klinkt inderdaad heel vaag.'

'Dat is het ook,' zei ze, kijkend hoe zij zelf en haar kat in miniatuur in de plafonnière werden weerspiegeld. 'Ik zei toch al, er valt verder niets te vertellen. Maar hij is heel aantrekkelijk en het boek is geweldig. Hoe gaat het met jou en Fletcher?' Voor de spiegel in de slaapkamer hield ze een paar winterjurken voor. Ze was er niet kapot van.

Ze zette boeken op de bovenste plank, waarvoor ze op een trapje moest gaan staan.

Felice stond strak naar de plint van het aanrechtkastje te turen.

Als je naging hoeveel restaurants er in New York waren, was het wonderbaarlijk dat zij en hoe-heet-ie-ook-alweer, die redacteur van Rocky, in dezelfde tent terecht waren gekomen. Ongelooflijk... Tenzij The Four Seasons sinds de tijd dat hij er geregeld kwam een soort stamkroeg voor schrijvers en uitgevers was geworden... Maar het restaurant had nog steeds allure; de Steins gingen er met Lesley's ouders heen ter gelegenheid van hun zilveren bruiloft, en Vida en Lauren stelden al hun vrienden en kennissen voor er te gaan eten. Nee, het was domweg een toevallige samenloop van omstandigheden...

Jammer dat ze op Rocky viel. Ze zouden goed bij elkaar passen, want ze hadden veel gemeen... Maar dat mocht geen rol spelen.

Zeker niet nu Rocky dinsdag over een week in Osaka een afspraak had, om acht uur 's morgens plaatselijke tijd, in de showroom van Takai. Daar hadden ze vast wel een paar extra modellen van lampen gemaakt, of minstens een paar grote, glanzende foto's voor de catalogus. Dat zou elke fabrikant toch zeker doen, laat staan een slimme, op omzetverhoging beluste Jap?

Hou je kalm. Denk na. Dit is niet het moment om in paniek te raken. Het is zondagavond, nee, maandagochtend. Rocky's vlucht vertrekt vrijdagmorgen om elf uur van JFK. Denk na.

Misschien was dat akkevietje met die fiets toch niet helemaal een fiasco... Er zat een positief kantje aan. Rocky's voet zat toch maar in het gips en hij strompelde 9A rond met een stok...

Gewoonlijk werkte ze één dag per week thuis. Dinsdag of woensdag, afhankelijk van haar afspraken en de vergaderingen die op de agenda stonden. Thuis, waar Sara haar alleen belde als het heel dringend was, kon ze twee keer zoveel werk verzetten als op kantoor. Ook 's avonds werkte ze meestal, plus nog eens een uur of drie, vier tijdens het weekend; tussen zes en acht uur 's morgens lag ze dan in bed manuscripten te lezen.

Die week was dinsdag 24 oktober de dag dat ze thuis werkte. Een dag die door alle weermannen op alle kanalen werd verklaard tot de zonnigste van die schitterende nazomer. Hun statistieken werden ondersteund door beelden van strakblauwe luchten, oranjerode bomen en naar de zon opgeheven gezichten, opnamen die voor het merendeel in Central Park waren gemaakt. Om op die stralende ochtend, met links achter haar uitzicht op het oranjerode park en het blauwgroene Reservoir, een boek te redigeren - al was het in dit geval een mooi boek, waar ze met plezier aan werkte - was en bleef echter werken. Vooral voor een meisje dat van buiten kwam...

Ze draaide zich om en schoof haar bril omhoog. Toen ze een vlucht ganzen in de richting van het blauwgroen zag trekken, boog ze zich naar het raam om te kunnen zien hoe de vogels zich voegden bij hun soortgenoten die net waren opgevlogen en met hun vleugeltoppen rimpelingen in het water hadden gemaakt. Ze zette haar bril weer op haar neus, draaide zich om en las verder. Maakte aantekeningen. Zoog haar longen vol toen het papier ritselde in de wind die door het open raam binnenkwam... Tot het einde van het hoofdstuk hield ze het vol. Toen pakte ze haar Adidasschoenen, spijkerbroek, bordeauxrode coltrui en sweater van Ierse wol. Felice, die midden op het bed in een hoepeltje lag, hield haar in de gaten.

Toen ze het zandpad rond het omheinde Reservoir voor meer dan de helft had gevolgd, stevig doorstappend achter haar zonnebril en licht in haar hoofd van de strakblauwe hemel, de oranjerode bomen, de pittige lucht, de bonte verzameling mensen, de brutale eekhoorns (ze had pinda's moeten meenemen) en rondwiekende vogels, tevredener dan ze zich in ruim twee jaar en misschien wel in zeven of acht jaar had gevoeld, volgde ze een bocht naar links. Daar zag ze Sam Yale over de sintelbaan haar kant op komen, te midden van vele anderen die geen acht sloegen op de eenrichtingspijlen. Zo te zien genoot hij net zo van deze stralende ochtend als zij; hij zwaaide met zijn armen en zijn grijze haren wapperden, terwijl hij opgewekt naar het water rechts van hem keek. Toen hij dichterbij was gekomen, vertraagde ze haar pas en kneep haar ogen halfdicht tegen het licht.

'Sam!' riep ze. Hij bleef staan en keek haar met zijn donker omrande ogen aan; een jogger zwenkte om hem heen. Ze ging in de berm naast de sintelbaan staan en schoof haar bril op haar voorhoofd. 'Kay,' zei ze. 'Norris.'

Hij glimlachte. 'Hoi!' Hij keek haar vriendelijk aan terwijl hij werd ingehaald door drie snelwandelaars, met blote armen en benen, en pompende ellebogen.

Kay zette haar bril af terwijl hij naar haar toe kwam. Hij was gekleed in een spijkerbroek, zwarte gympjes en een grijs windjack dat tot de kraag van een rood flanellen overhemd was dichtgeritst. 'Wat een dag!' zei hij handenwrijvend. 'Spectaculair, hè,' zei ze. 'Dat mag je wel zeggen.'

'Ik ben nog niet klaar met mijn rondje. Kom, dan volgen we de pijlen, daar krijg je niets van.'

'Pijlen?' vroeg hij terwijl ook hij de sintelbaan op liep. 'Onder aan het hek,' zei ze en zette haar bril weer op. 'Op vaste afstanden.'

'Hé, kalm aan een beetje,' zei hij terwijl hij links achter haar liep. 'Ik ben hier voor mijn lol.'

Ze vertraagde haar pas en toen hij naast haar was, glimlachte ze hem toe. Zijn verweerde gezicht was niet onknap voor zijn zesenzestig jaar. Op het fotootje in het handboek Television's Golden Age had hij eruitgezien als een overgevoelig wonderkind, met donker golvend haar; ook toen al had hij donkere kringen om zijn ogen gehad.

Hij glimlachte haar toe. 'Heeft de hele uitgeverij een snipperdag?' vroeg hij met zijn hese stem.

'Ik werk zo nu en dan thuis,' zei ze.

'Prettig geregeld,' zei hij.

'Ik heb geen goede dag gekozen,' zei ze. 'Of liever gezegd: juist wel. Hoe weet je trouwens dat ik in het uitgeversvak zit?'

Hij week even uit voor een wandelwagen met een baby erin die met een fopspeen werd zoetgehouden; erachter liep een tienermeisje met een jas van nappaleer aan en een walkman op.

Sam kwam weer naast Kay lopen. 'De dag dat je in de flat trok, kwam ik langs de verhuiswagen,' zei hij. 'Daar zag ik allerlei dozen met het beeldmerk van Diadem in staan.'

'O,' antwoordde ze.

'Prachtig cilinderbureau heb je. Hoe oud is het?'

'Een jaar of tachtig, vijfentachtig.'

'Wat voor werk doe je?' informeerde hij.

'Ik ben redactrice,' zei ze. 'Kijk, daar heb je zo'n pijl.'

'Jezus,' zei hij. 'Die dateert uit de vorige eeuw. Bijna onzichtbaar.

Daar hoeft niemand zich toch iets van aan te trekken.'

'Waarom niet?' vroeg Kay, terwijl een stel joggers langs hen heen roffelde. 'Ze zijn er nu eenmaal. Wie zegt dat je je er niets van hoeft aan te trekken?'

'Dat weet toch iedereen.' Hij ging achter haar lopen om een stel nonnen te laten passeren. Op het ruiterpad rechts van hen galoppeerde een paard onder de oranjerode bladerboog door; het was een kastanjebruine merrie, bereden door een man in een geruit jasje, zwarte laarzen en een rijbroek. Sam kwam links van haar lopen. 'Wat een dag,' zei hij. 'Een snipperdag voor regisseurs?'

'Voor gepensioneerde regisseurs is elke dag een snipperdag. Moet je eens zien hoe fraai die gebouwen tegen de lucht afsteken!' Ze keek naar glanzende rijen wolkenkrabbers van wit en staal aan de zuidkant van het park, de schuin aflopende toren van het Citi- corp Building, de priem van het Empire State, scherp omlijnd tegen het diepblauw, 'Fantastisch,' zei ze. 'Wel even iets anders dan Kansas.'

Ze wierp hem een zijdelingse blik toe. 'Hoe kom je erbij dat ik uit Kansas kom? Dat kun je toch niet aan me zien?'

Hij keek haar glimlachend aan. 'Nee,' antwoordde hij, 'maar wel horen.'

'Ik heb geen accent meer!' riep ze verontwaardigd uit. 'Daar heb ik hard aan gewerkt.'

'Neem me niet kwalijk,' zei hij. 'Ik ben paranormaal begaafd.' Ze liepen in een boog om een televisieploeg heen die een minicamera met een pauw als beeldmerk richtte op de vlammende bomen- pracht.'Je vergeet,' zei hij, toen ze weer op de naar links buigende sintelbaan waren, 'dat ik regisseur ben geweest. Ik heb een scherp gehoor.' Hij tikte tegen zijn oor. 'De doorsneetoehoorder merkt niets van een accent, nee. Behalve als je hello zegt, of how are you.' 'Niet waar!' zei ze.

'Héél flauw,' zei hij glimlachend. 'Echt. Alleen een bijzonder begaafd vakman hoort het.' Hij ging achter haar lopen om een kruiwagen vol donkere sintels, met een man in bruin uniform erachter, te laten passeren.

Toen hij weer naast haar liep, zei Kay: 'Ik heb je opgezocht in een boek dat we een paar jaar geleden hebben uitgegeven, Television's Golden Age.'

'De gouden eeuw van de televisie, tjonge, wat een mooie titel,' zei hij. 'Wie heeft die bedacht? Jij toch niet, hoop ik?'

'Het is een uitstekende titel, in duidelijk begrijpelijk Engels,' zei ze. 'Je weet meteen waar het boek over gaat.'

'Ik neem mijn woorden terug,' zei hij.

'Nee, ik heb hem niet bedacht,' zei ze.

Ze liepen naar het poortgebouw aan de zuidkant van het Reservoir, terwijl ze steeds door joggers werden ingehaald. 'Je was dus onder de indruk?' merkte hij op. 'Diep onder de indruk,' antwoordde ze. 'Maar ook verbaasd.' 'Je vroeg je natuurlijk af hoe het komt dat het allemaal afgelopen is? Eenvoudig. Ik ben aan de drank geweest.' 'Sorry,' zei ze terwijl ze hem aankeek. 'Ik ben blij voor je dat je eraf bent. Maar dat bedoelde ik niet... Sorry, ik had er niet over moeten beginnen. Ik weet zeker dat je er niet over wilt praten.' 'Initialen T.M.?' vroeg hij. Ze knikte zuchtend. 'Tom Modaal. Altijd goed.' Ze glimlachte.

'Je hebt naast elkaar gelegd wat we hebben gedaan,' zei hij. 'Ja,' antwoordde ze. 'Zij heeft meegespeeld in bijna twintig stukken die jij hebt geregisseerd.'

'Ze werd vaak gevraagd voor grote dramaprodukties.' 'Jij hebt twee regieprijzen en een Emmy Award gewonnen,' zei ze, 'en het jaar dat zij overleed, kwam er abrupt een einde aan je carrière.''Wat voor boeken redigeer je?' vroeg hij. 'Innige omhelzingen met kastelen op de achtergrond?' 'Niet meer,' antwoordde ze.

'Het een had niets met het ander te maken,' zei hij. 'Op dat moment hadden we elkaar al een paar jaar niet meer gezien. We waren in alle opzichten onze eigen weg gegaan. Ik maakte aan de westkust de ene film na de andere. Zij maakte hier soap-series.' Ze staken het plein bij het uit steen opgetrokken poortgebouw over, en passeerden bij de fonteinen mensen die, met de bankjes als steun, rek- en strekoefeningen deden. Een groep tieners in rode trainingspakken was ook druk in de weer, terwijl een man in het rood met handgeklap het ritme aangaf.

'Om je de waarheid te zeggen,' merkte Sam op, 'kon ze helemaal niet zo goed acteren.' 'Dat heb ik gezien,' zei ze.

'En een goed mens was ze ook niet,' zei hij. 'Ze was ijdel en inhalig. Dacht alleen aan zichzelf. Wraakzuchtig. Onattent. Kleinzielig. Ik was stapelgek op haar.' 'Waarom dan toch?' vroeg ze.

'Ik zei toch: stapel-gek,' antwoordde hij. 'Zoiets valt niet te verklaren.' Hij keek naar de sintelbaan en zuchtte. 'Wie kan zeggen waarom?' zei hij. 'Het was zo'n ochtend dat er iets in de lucht hing. In een drukke televisiestudio ontmoetten onze blikken elkaar...' Kleine groepjes tieners in rode trainingspakken snelden langs hen heen terwijl ze de oever van het Reservoir in oostelijke richting volgden.

'Ben je er definitief mee opgehouden?' vroeg ze.

'Ik geef hier en daar nog een paar lessen,' antwoordde hij. 'Toneel, regie...'

'Hoe lang woon je al in de flat?' 'Vanaf de oplevering,' zei hij. 'Drie jaar.' Ze vervolgden hun weg.

Ze werden gepasseerd door dravende joggers. Een tiener in rood trainingspak gehuld.

'Als je je soms afvraagt hoe het komt dat ik het me kan permitteren om in deze buurt te wonen,' zei Sam, 'de flat wordt voor me betaald.'

'Nee, dat vroeg ik me helemaal niet af. Doe niet zo mal,' zei ze. 'Tegenwoordig kan iedereen overal wonen waar hij wil; dat is geweldig, dat is juist een van de pluspunten van een grote stad.' 'De Carnegie Hill Stichting. Doel: culturele verrijking. Moet ik verder nog iets uitleggen? Ze denken dat doel te bereiken door armlastige artistieke figuren naar deze wijk over te poten. Ik hoef geen huur te betalen en krijg nog een toelage ook. En voor mij is de ligging ideaal.' Hij glimlachte haar toe. 'Vlak om de hoek zit het afkickcentrum. Toen de flat in aanbouw was, heb ik daar een poosje gebivakkeerd.' Hij ging achter haar lopen om een paar joggers, een man en een jongen, te laten passeren; op hun sweatshirts stond in kistletters: Slechtziend en Begeleider.

Bij de promenade ter hoogte van Ninetieth Street aangekomen liepen ze de brede stenen trap af. Op het ruiterpad hield een televisieploeg een minicamera gericht op voorbijgangers die de oranjerode bomenpracht bewonderden.

Other books

Jade by Olivia Rigal
Men from the Boys by Tony Parsons
Mortal Heart by Robin LaFevers
Virgin Earth by Philippa Gregory
The Friar of Carcassonne by Stephen O'Shea
Cave Dwellers by Randall, Jonathan
The Night Following by Morag Joss
The Dain Curse by Dashiell Hammett