Four Blondes (16 page)

Read Four Blondes Online

Authors: Candace Bushnell

BOOK: Four Blondes
10.82Mb size Format: txt, pdf, ePub

'Heb je bezoek?' vraagt Winnie - Jezus, wat is Evie toch ongemanierd, denkt ze.

'Ehhh, ja -' zegt Evie, en noemt de naam van de beroemde, invloedrijke journalist.

'Komt dat even goed uit,' zegt Winnie. 'James en ik wilden namelijk vragen of jij en -' waarna ze de naam van de serieuze, invloedrijke journalist noemt, 'zin hebben om volgende week een keertje met ons te eten. Wij trakteren. We voegen ons wel naar zijn agenda. O, en Evie?'

'Ja?' zegt Evie enigszins op haar hoede.

'Nog één ding,' zegt Winnie. 'Wat?'zegt Evie.

'Je bent nu één van ons,' zegt Winnie - poeslief, zodat Evie vooral niet merkt hoeveel moeite het haar kost om de woorden eruit te persen -'en wij zijn de media.'

winnie's slechte gewoonte

Winnie heeft een slechte gewoonte aangenomen, en die is sterker dan zij.

Elke ochtend als ze haar kantoor binnenkomt - een groot, zwart gebouw op Sixth Avenue waar de woorden 'Ik ben belangrijk' vanaf spatten - spoedt ze zich door de hal naar de lift (ze heeft ooit uitgerekend dat ze een uur per dag kwijt is met op liften wachten en er in staan, en ze zou willen dat iemand een snellere lift ontwierp), loopt haastig door de gang met de beige vloerbedekking, gaat haar kamer binnen - een bescheiden, roomwitte kamer met een raam, drie kwijnende sprietenplanten en een blauw bankje - en zet haar computer aan.

Ze tikt haar wachtwoord in. Trekt haar jas uit. Tikt 'www.ama' en drukt op enter, waarna de computer onmiddellijk naar Amazon.com gaat. En dan (het is sterker dan zij, het is altijd sterker dan zij) tikt ze de naam in van de serieuze, invloedrijke journalist.

Dit doet ze nu al twee weken lang elke ochtend.

Ze kijkt op welke plaats hij in de lijst met bestverkochte boeken staat en scrollt vervolgens naar de lezersrecensies.

Dit is haar favoriete recensie:

Saai en volstrekt zinloos

Stel je voor dat de saaiste leraar exacte vakken die je ooit hebt gehad een boek zou schrijven en alle leerlingen zou verplichten het te lezen. Dan zou je (sic) die vent toch wel kunnen vermoorden? Lees liever de lijst met ingrediënten op een pak cornflakes. Dat is een stuk boeiender.

Zoals elke keer is Winnie tegelijkertijd verrukt en vervuld van afgrijzen.

Sinds het moment waarop ze deze site heeft ontdekt (ze wist al langer van het bestaan ervan, maar wilde het niet weten, aangezien mensen zoals zij hun boeken nog in echte winkels kopen), weet ze niet goed wat ze ervan moet vinden. Ergens is ze verontwaardigd. Dit soort mensen zou geen boeken moeten kopen. Ze zijn te dom om te lezen. Ze hebben geen fantasie. Zijn niet in staat tot lezen en begrijpen. Als een boek niet aansluit bij het beeld dat zij met hun bekrompen, simpele geest van de werkelijkheid hebben, kraken ze het af. Ze zijn precies de domme kinderen in de klas die maar niet begrepen waar de leraar het over had en vervolgens kwaad werden, in plaats van in te zien wat de rest van de klas al lang duidelijk was - dat ze gewoon te dom waren om het te begrijpen. Maar ergens is ze (niet eens heimelijk) bang dat ze wel eens gelijk zouden kunnen hebben. Het boek is ook wel een beetje saai. Winnie heeft twee hoofdstukken gelezen, is toen gauw naar het eind gebladerd en heeft het boek verder niet meer opgepakt. Maar het is een belangrijk boek. Wat geeft een of andere sukkel in Seattle die waarschijnlijk nooit veel meer heeft geschreven dan wat e-mails het recht om het de grond in te boren? Om tegen andere mensen te zeggen dat ze het niet moeten kopen?

Winnie is in de war.

Er is iets mis met de wereld. Of zou er helemaal niets mis zijn met de wereld, maar juist met haar? Misschien is zij het domme kind in de klas. Maar ze wéét dat ze dat niet is - dom. Soms denkt ze dat baby's die nog in de baarmoeder zitten, getest zouden moeten worden op domheid, en dat alle domme foetussen geaborteerd zouden moeten worden. Ze weet al hoe het tegenargument zou luiden: 'En wie bepaalt wat dom is?' Daar weet ze het antwoord wel op: Zij. Ze zou het met genoegen doen.

Vervolgens kijkt ze op de sites van het handjevol schrijvers die James en zij kennen en van wie er het afgelopen jaar een boek is uitgekomen. Ze kijkt naar de verkoopcijfers. Als de verkoopcijfers niet al te best zijn, zeg rond de 286 000, is het sterker dan zij. Dan voelt ze zich fantastisch.

Ze moet hiermee ophouden, maar ze kan het niet laten. Het is research. Wat zal er gebeuren als James een boek schrijft? Ze wil goed voorbereid zijn. Ze wil zichzelf vast wapenen tegen de onvermijdelijke negatieve kritieken. Ze weet dat ze het niet op zichzelf moet betrekken, maar dat zal ze toch doen. Ze betrekt alles op zichzelf. Zichzelf al helemaal.

Misschien zou het beter zijn als James helemaal geen boek schreef. (Misschien zou het beter zijn als ze naar Vermont zouden verhuizen en voor een plaatselijke krant gingen werken. Na twee maanden zou het net zijn alsof ze dood waren - iedereen die ze kenden zou hen vergeten zijn, maar Winnie is er niet aan toe om die stap te zetten. Nog niet.)

De telefoon gaat. Ze neemt op.

'Ja?' zegt ze.

'Met mij.' (Het is James.)

'Hallo,' zegt ze. Ze herinnert zich opeens dat ze nog van alles moet doen. Werken, bijvoorbeeld.

'Alles goed?'vraagt hij.

'Gestrest. Ik heb nog tigjoen dingen te doen.'

Je hebt altijd tigjoen dingen te doen en ik zou willen dat je daar niet altijd zo over zeikte, denkt James, en vraagt zich af: Waarom besteed je niet eens wat aandacht aan mij? Waarom maak je mij niet eens een keertje gelukkig? Waarom moet alles

altijd om jóu draaien? Hardop zegt hij: 'Ik kreeg net een telefoontje. Van Clay. Tanner komt naar de stad.'

'Goh,' zegt Winnie. Ze weet nog niet precies wat ze hiervan moet vinden.

'Voor een filmpremière. Donderdag.'

'Nee, hè,' zegt Winnie. Voor het eerst in dagen weet ze dat James hetzelfde denkt als zij. 'Toch niet weer zo'n -'

'Jep. Zo'n peperdure knal-ze-overhoop-en-maai-ze- maar-neer-productie uit de koker van Paramount Pictures.'

'We zullen er wel heen moeten,' zegt Winnie en laat een lange zucht ontsnappen.

'Jij hoeft niet,' zegt James, 'maar ik ga wel.'

'Als jij gaat, ga ik ook,' zegt Winnie.

'Oké,' zegt James, met een klein stemmetje.

'Wil je soms niet dat ik meega?' zegt Winnie - dreigende toon.

Waarom moet ze altijd meteen zo'n dreigende toon aanslaan? denkt James. Zelfs een wesp wacht tot je uithaalt voordat hij steekt.

'Ik wil wel dat je meegaat,' zegt James, 'maar jij hebt een hekel aan dat soort dingen.'

'Niet.'

'Wel.'

'Ik heb er geen hekel aan, ik vind het saai. Je weet hoe ik over het verafgoden van filmsterren denk.'

'Tanner wil graag dat ik kom,' zegt James.

'Hij wil ongetwijfeld dat we allebei komen, maar dat wil nog niet zeggen dat we ook altijd maar moeten doen wat Tanner wil.'

'Hij is maar twee keer per jaar in de stad,' zegt James. 'Ik wil erheen.'

Dat zal best, denkt Winnie, zodat je naar domme blondjes kan lonken. 'Goed,' zegt ze. Ze hangt op.Nu moet ze zich een week lang 'druk maken' (een veel betere uitdrukking, veel preciezer, dan 'zorgen maken') om James. Met name om wat hij zal doen (hoe hij zich zal gedragen) als Tanner in de stad is. Het zal uren van haar tijd vergen (tijd die ze beter aan iets anders zou kunnen besteden, zoals het ontwikkelen van nieuwe ideeën) om te reageren op het gedrag dat James nog niet eens in praktijk heeft gebracht. Ze zal zich vastbijten in als/dan-scenario's. Bij voorbeeld: Als James (weer) de hele nacht doorzakt met Tanner, dan gaat ze scheiden. Als James (weer) met de actrices uit de film begint te flirten (klunzig, met de moed der wanhoop), dan laat ze nieuwe sloten op de deuren zetten. Als James te veel drinkt en (weer) kotsend uit het raampje van de taxi hangt, dan smijt ze al zijn kleren uit het raam. (James realiseert zich niet dat hij zich op dun ijs begeeft. Flinterdun ijs.)

De minpunten stapelen zich op: Ze kent hem al tien jaar en kan hem nog altijd niet vertrouwen. Hij doet nooit echt wat hij zou moeten doen. Ze kan niet van hem op aan (zelfs niet om de juiste boodschappen mee te nemen uit de supermarkt). Hij gedraagt zich als een klein kind (hij is een uit de kluiten gewassen, volwassen baby). Hij blijkt geen invloedrijk man te zijn. (En hij betaalt de rekeningen niet.)

Ze zou (eigenlijk) beter af zijn zonder hem: Eén iemand minder om voor te zorgen.

Winnie drukt op een toets en bekijkt haar e-mail.

Haar assistente komt haar kamer binnen. Winnie kijkt op. Het donkere haar van de assistente zit in de war. Ze draagt slordig opgebrachte rode lippenstift, een kort zwart rokje zonder kousen, een voddig truitje met een v-hals (ze heeft tenminste wel een beha aan) en lompe, zwarte schoenen. Ze ziet eruit (met excuses voor de manier van uitdrukken) alsof iemand haar flink heeft afgerost en nog nat heeft weggezet.

De assistente laat zich op de bank ploffen. 'Hoe is ie?' zegt ze.

Hoe is ie? Alsof Winnie de assistente is en net haar kamer is komen binnenvallen. Winnie weet nooit goed hoe ze op deze begroeting moet reageren. 'Hoe gaat het?' zegt ze. Kortaf. Om de assistente eraan te herinneren dat dit een kantoor is. En

dat zij de baas is.

De assistente pulkt aan haar vingers. Ze heeft modderbruin gelakte nagels. 'Ik heb een urineweginfectie. Ik vroeg

me af of ik de rest van de dag vrij kon krijgen.'

Ze is inderdaad flink afgerost en nat weggezet. 'Nee,' zegt Winnie. 'Vanmiddag is die belangrijke internetconferentie en ik heb jou hier nodig. Om het kantoor te bemannen.' (Het blad breidt zijn website uit, en ze willen dat Winnie een rol in dat proces gaat spelen. Een belangrijke rol. Dat zou meer geld kunnen betekenen.) 'Het doet pijn,' zegt de assistente.

Winnie wil tegen haar zeggen - schreeuwen - dat ze met zo veel moet neuken, maar ze kan het niet. 'Koop wat cranberry- sap. En neem vijfduizend milligram vitamine c.'

De assistente verroert zich niet. 'Is dat alles?' vraagt ze.

'Is wat alles?' zegt Winnie.

'Wat je net zei.'

'Waarover?'

'Over je weet wel.'

Nee, ik weet het niet, wil Winnie schreeuwen. 'Ik begrijp het niet helemaal.' 'Ik ook niet.' 'Wat niet?'

'Doet er niet toe,' zegt de assistente. Ze staat op. Ze gaat terug naar haar werkhoekje - als een hond.

Winnie probeert zich te concentreren op haar e-mails. Haar therapeut zegt dat ze geen als/dan-scenario's moet bedenken.Stel dat Tanner James twee nachten op sleeptouw neemt en James het met prostituees doet? Wat dan?

Het is sterker dan zij. Het is altijd sterker dan zij.

james ontwikkelt een theorie

In de week voorafgaand aan Tanner's komst is Winnie zorgelijk en James opgewonden. Ze weten allebei dat er iets naars kan gaan gebeuren, en dat ze er dan over zullen moeten praten.

James en Winnie weten dat James ongestraft allerlei verdorven dingen kan doen als Tanner in de stad is. Tanner is verdorven. (Hij heeft een verdorven invloed op James.) Tanner is zelfs zo verdorven dat als James samen met hem verdorven dingen doet, Winnie steevast Tanner de schuld geeft. Winnie denkt (weet?) dat James die verdorven dingen nooit gedaan zou hebben als Tanner er niet was geweest. En daar heeft ze gelijk in. Dat zou James nooit doen. Hij heeft het lef niet om Winnie te trotseren.

Tanner wel. Het laat Tanner koud wat Winnie vindt. (Hij vindt haar waarschijnlijk maar saai - wat James zelf ook begint te vinden. Hij zou willen dat Winnie eens een keer wat opwindends deed, zoals bij hem weggaan. Dan zou hij misschien weer opnieuw verliefd op haar kunnen worden. Of op iemand anders. Bij voorbeeld op een Zweedse van één meter tachtig met grote borsten.) Winnie zou Tanner wat graag onder de duim krijgen (zoals ze James ook onder de duim heeft), maar het lukt haar niet. Winnie kan helemaal niets met Tanner beginnen.

Tanner is een filmster en Winnie niet.

Tanner is een beroemdheid. Vergeleken met Tanner is Winnie een onbeduidend journalistje. Vergeleken met Tanner is Winnie een vrouw. Vrouwen betekenen niets voor Tanner, hooguit iemand om even lekker te pakken. (James zou willen dat hij het ook zo kon zien. Als dat zo was, zou hij zich misschien een man voelen. Maar hij kan het niet. Winnie is de moeder van zijn kind. Hun zoon is in haar lichaam gegroeid. Vlak nadat zijn zoon ter wereld was gekomen, kwam er groen spul uit haar, en hij zou willen dat iemand hem daarvoor had gewaarschuwd. Het was net het groene spul dat in het lichaam van een kreeft zit. Soms, als hij Winnie oraal bevredigt, moet hij aan dat groene spul denken. Hij kan het niet helpen. Hij voelt zich schuldig. En soms denkt hij aan die keer op de middelbare school dat hij het met een meisje deed. Met dat gekke meisje. Dat hem had gevraagd haar in haar kont te neuken en hem na afloop had gepijpt. Daar voelde hij zich ook schuldig over.)

Maar vóór alles is Tanner een man. Toen James en Tanner op Harvard zaten en een kamer deelden, had Tanner elk weekend één of twee nieuwe vrouwen. (Een keertje zelfs vijf. James had ze ook allemaal gepakt.) Alle vrouwen zaten achter hem aan. Ze stuurden hem briefjes. Ze belden. Ze dreigden met zelfmoord en Tanner toonde geen enkel respect voor hen. Dat was ook niet nodig. 'Laat die trut zich maar van kant maken,' had hij een keer gezegd. James had gelachen, maar later had hij het niet kunnen laten om het meisje in kwestie op te bellen en te vragen of ze zin had ergens koffie met hem te drinken. Hij had drie uur lang naar haar verhalen over Tanner geluisterd en toen geprobeerd haar het bed in te krijgen. (Ze liet alleen toe dat hij zijn vingers in haar vagina stak. 'Ik wil Tanner,' jammerde ze gedurende het hele meelijwekkende, voortijdig afgebroken samenzijn.)

James denkt (net als Winnie) dat Tanner ooit iets vreselijks zal overkomen. Het kan niet uitblijven. Hij zal worden opgepakt, of (zoals Winnie hoopt) verliefd worden op een vrouw die niets van hem moet hebben, of (zoals James hoopt) drie slechte films op rij maken, waarna het gedaan zal zijn met zijn carrière. Maar niets van dat al. Tanner wordt alleen maar rijker en succesvoller. Hij maakt de ene slechte kaskraker na de andere en de critici beginnen hem serieus te nemen. Hij heeft verhoudingen met vrouwelijke filmsterren en houdt er ook nog andere vriendinnen op na. Hij golft en hij skiet. Hij rookt sigaren (en gebruikt drugs als hij daar zin in heeft). Hij steunt de Democraten. Hij verdient minstens twintig miljoen per jaar (en misschien nog wel meer). Waar hij (in James' ogen) niets voor doet.

Other books

Dog Sense by John Bradshaw
Black dawn by Lisa J. Smith
Devil's Bargain by Judith Tarr
The Devil's Edge by Stephen Booth
Trick or Deadly Treat by Livia J. Washburn
Granite Kiss by Jennifer Cole
Dream of Me by Delilah Devlin
I’m Losing You by Bruce Wagner