Rain man (8 page)

Read Rain man Online

Authors: Leonore Fleischer

BOOK: Rain man
9.88Mb size Format: txt, pdf, ePub

En het belangrijkste is dat Raymond niet kan vóelen. Hij bezit maar twee gevoelens: angst en iets dat ik alleen kan beschrijven als "niet-angst". Het is geen gevoel van veiligheid; het is eenvoudigweg de tijdelijke afwezigheid van angst. Iets in zijn geest keert in tot zichzelf. Het sluit de wereld buiten.'

Dokter Bruner hield op met spreken en keek oplettend naar Charlie om te zien of hij het begreep en hoe hij het opnam. Charlie beet op zijn onderlip en zijn ogen waren half dichtgeknepen, terwijl hij over het gazon naar zijn broer keek. Wat hij ook dacht, hij hield het voor zich.

'Wat hij vandaag met u gedaan heeft... dat was heel open,' zei dokter Bruner vriendelijk. 'Heel open. Naar een vreemde toe. En dat zou goed voor hem kunnen zijn.' Charlie schudde vol verbazing zijn donkere hoofd. 'Weet u, het is een gekke wereld. Drie miljoen dollar. En hij loopt met een rugzak.' Hij keek de psychiater aan. 'Waar moet hij het in godsnaam aan uitgeven?'

Susanna en Raymond waren de tuin uit gegaan. Toen Charlie Babbitt hen op kwam zoeken, vond hij hen in Raymonds kamertje, bezig een kaartenhuis te bouwen. Dat wil zeggen, Susanna zat op de vloer het huis te bouwen, terwijl Raymond op het voeteneinde van zijn bed gespannen naar haar zat te kijken. Naast het bed stond Vernon, een lange zwarte man gekleed in een groen ziekenhuisuniform. Vernon was Raymonds begeleider.

Er stonden maar drie meubelstukken in de kamer, maar de kamer was overvol met Raymonds bezittingen, voornamelijk boeken. Boeken waren overal, ze puilden uit het kleine boekenkastje, lagen er in stapels op en op de vloer ernaast. Er stonden boeken op het bureau en er zaten zelfs boeken in de kom van de plafondlamp. Behalve boeken waren er honkbalattributen in alle soorten: vaantjes aan de muren, foto's van spelers en ploegen, posters voor wedstrijden. Zelfs de kaarten die Susanna gebruikte om het huisje te bouwen waren honkbalkaarten, allemaal met een verschillende speler erop. 'Mooi zo, hou je adem in,' zei Susanna toen Charlie in de deuropening verscheen. Ze maakte net aanstalten om een kaartendak op de ene verdieping van het kaartenhuis te zetten.

Raymond haalde diep adem toen de kaart er voorzichtig bovenop gezet werd. De muren wankelden een beetje, maar bleven staan. Succes. 'Nu mag je ademhalen.' Raymond ademde luidruchtig uit.

Charlie knikte naar de honkbalkaarten. 'Heb je daar Fernando Valenzuelas-kaarten bij zitten?'

'Dit zijn allemaal jongens van vroeger,' antwoordde Susanna. 'Ik heb nog nooit van ze gehoord.' 'Reds. Cincinnati. 1955,' zei Raymond.

'Ik weet het,' zei Susanna glimlachend. 'Je hebt het gezegd.' Ze pakte een kaart op. 'Is dit de volgende?' Toen hij de kaart zag die ze ophield, begon Raymond opgewonden te beven en angstig met zijn hoofd te schudden. Niet goed. Niet de goede kaart.

'Ted Kluszewski is eerste honk. Eerste honk... eerste honk is aan de beurt...' Hij klappertandde bijna. De uitwerking die de verkeerde kaart op hem had was ongelooflijk groot. Susanna stak haar hand uit en raakte heel zachtjes zijn arm aan. Raymond verstijfde en ze trok haar hand terug. 'Eerste honk,' zei ze vriendelijk. 'Hier heb ik hem al, zie je? Ted Kluszewski.'

'Lange Klu,' zei Raymond opgelucht. Het gewone leven hervatte zijn gang. Het was nu weer prima met hem, voor zolang het duurde.

Charlie kreeg een kwaadaardige neiging om zijn nieuwsgierigheid te bevredigen. 'Wat denk je, Ray? Zou het niet leuk zijn om het gewoon allemaal... om te gooien?' Hij maakte een beweging naar het huisje van honkbalkaarten. Raymond keek hem zo verontwaardigd aan alsof hij een moord voorgesteld had en de twee broers staarden elkaar aan. Charlie zag echte hevige angst in de ogen van Raymond. Hij kreeg medelijden en gooide het over een andere boeg. 'Ik zie dat je daar al die beroemde boeken hebt staan. Lees je graag?'

'Hij leest en onthoudt,' merkte Vernon op. 'Wat hij maar te pakken kan krijgen.'

Charlie liep naar de boekenkast en liet zijn hand langs de ruggen glijden. Hij las de titels en raakte daarbij elk boek even aan. Raymond kwam schichtig overeind en begon krampachtige bewegingen te maken, weer die elektrische tic. Hij was net een vogeltje dat probeerde op een stroomdraad te gaan zitten. Hij tilde nu de ene, dan weer de andere voet op, zonder van zijn plaats te komen.

'Je vindt het niet prettig als hij je boeken aanraakt, hè?' vroeg Vernon.

'Ik weet het niet,' antwoordde Raymond, terwijl hij achterwaarts naar de deur liep. Hij wist het niet. Dit was hem nog nooit overkomen; hij had het nog nooit in een van zijn boeken opgeschreven, dus hoe zou hij dat nu kunnen weten? Vernon glimlachte geruststellend naar zijn patiënt. 'Hij zal ze geen kwaad doen,' zei hij opgewekt tegen Raymond. Maar Raymond was bezig zijn innerlijke databank af te zoeken naar een beschermend precedent. 'Dit is natuurlijk een onaangekondigd bezoek,' zei hij met zijn kraakstem. 'Dit is geen wéékendbezoek!' Hij was nu achterwaarts de deur uit gelopen en gluurde om de deurstijl. Hij zag nog net hoe Charlie, tot zijn afschuw, een dik boek van een van de boekenplanken pakte.

'V-e-r-n... V-e-r-n...' riep Raymond, bevend van angst. 'Zo heet ik.' De zwarte man wendde zich tot Charlie. 'Hij is bang.'

'Charlie, zet dat boek terug,' protesteerde Susanna.

Maar Charlie was nog niet van plan dat te doen. Het gemene kleine jongetje in hem was nog aan het werk. Bovendien wilde hij zien hoe ver je Raymond kon krijgen en op welke knoppen je daarvoor moest drukken. Maar wat hij misschien nog meer dan al het andere echt wilde, was ontdekken wat dokter Bruner bedoeld had toen hij Raymond Babbitt een autistische geleerde genoemd had.

'De complete werken van William Shakespeare.' Charlie las de titel hardop. 'Lees je dat allemaal?'

'Ja,' antwoordde Raymond, bijna jammerend.

'Je kent het allemaal?'

'Ja.'

Charlie sloeg het in leer gebonden boekwerk open. Er was een opdracht op het schutblad geschreven. 'Wel gefeliciteerd met je verjaardag, Raymond. Veel liefs, Vader.' De wens was in het handschrift van Sanford Babbitt geschreven. De aanblik ervan gaf hem plotseling een vreemde pijn, als een onverwachte stomp in zijn ribben.

Charlie bladerde het boek door en stopte bij het begin van een toneelstuk. 'Als we... Driekoningenavond eens namen?' Onmiddellijk begon Raymond de woorden van de hertog waarmee het stuk begint op te zeggen. Zijn stem was vlak en zonder uitdrukking en de woorden kwamen er op een dreun uit, zonder interpunctie of intonatie, zonder schoonheid of poëzie of betekenis.

'Indien muziek der liefde voedsel is speelt voort dan voort en geeft mij overdaad opdat mijn liefde er ziek van worde en sterv' die wijs nog eens zij stierf zo lieflijk weg...' Charlie klapte het boek dicht en onmiddellijk hield Raymond op, alsof hij ook dichtgeklapt was. Leuk, dacht Charlie. Nutteloos, maar leuk.

'Prima, kerel,' giechelde Vernon.

'Dat was prachtig, Raymond,' zei Susanna bemoedigend. Maar Raymond hield zijn ogen strak op Charlie gericht. Ze staarden elkaar aan, een kamer en een wereld bij elkaar vandaan.

'Wat kun je nog meer, Ray?' vroeg Charlie.Dat was geen vraag waar Raymond een antwoord op wist, omdat het nu niet ging om het uit het hoofd leren van iets en het op bevel opzeggen. De kleine schichtige vogelbewegingen begonnen weer.

'Natuurlijk, wat kun je nog meer? Ik ook.' Dat was een opmerking die het einde van een gesprek betekende. 'Ik ook wat?' vroeg Charlie.

'Ik ook wat,' herhaalde Raymond op vlakke toon. En, bijna

als een gedachte die hem achteraf inviel: 'Ha!'

Daar had Charlie natuurlijk geen antwoord op, afgezien van

een verbaasde blik. Blijkbaar gaf dat Raymond een gevoel

van triomf, als hij zo'n gevoel had kunnen ervaren, wat hij in

feite niet kon.

'Ha! Ha! Ha! Ha!'

'Raymond...' Susanna stak haar hand uit. Maar Raymond reageerde er niet op. Hij was te druk bezig Charlie uit te lachen en het was moeilijk voor hem op te houden.

'Ha! Ha! Ha! Ha! Ha! Ha!'

'Raymond, is dit de volgende?' Susanna's uitstekende intuitie leidde haar op het goede pad om Raymond te bereiken. Ze hield de honkbalkaart zo op dat hij hem zien kon. 'Johnny Temple?'

Raymond hield op hetzelfde moment zijn mond; alleen de kaart bestond nu voor hem. Charlie Babbitt was vergeten. Hij doorzocht zijn databank en vond Johnny Temple. Tweede honk.

Hij schuifelde naar Susanna toe, knielde naast haar op de vloer en pakte de kaart voorzichtig uit haar hand. Toen plaatste hij de kaart, langzaam en heel voorzichtig, tegen het dak van het huis. Het trilde, maar het viel niet om. 'Nu mag je ademhalen,' zei Raymond tegen Susanna. Het meisje lachte, maar bij Raymond kon er geen glimlachje af.

'Hij mag u graag, mevrouw,' zei Vernon. 'Dat merk ik.' Susanna wendde zich enthousiast tot Raymond, maar de verbinding - als die er al geweest was - was verbroken. Hij hield de volgende kaart omhoog voor zijn gezicht en inspecteerde die nauwkeurig, alsof hij naar micro-organismen op zoek was. Hij schonk Susanna helemaal geen aandacht. Het gezicht van het meisje betrok. 'Toen ik hem daarstraks aanraakte, trok hij zich terug,' zei ze bedroefd tegen Vernon. 'Trek het u niet persoonlijk aan,' antwoordde de zwarte man vriendelijk. 'Ik denk dat ik dichter bij hem sta dan wie ook ter wereld. En hij heeft nog nooit zijn armen om me heen geslagen. Me nog nooit aangeraakt. Dat zit er bij hem niet in.' Vernon glimlachte. 'Verdorie, als ik morgen de stad uit zou gaan en geen gedag zou zeggen, zou hij het niet eens merken.'

Raymond was nog steeds helemaal in beslag genomen door de honkbalkaart. Hij draaide hem nu zus, dan zo en beleefde hem totaal.

Gefascineerd vroeg Charlie: 'Hoort hij ons? Als hij zo is?' 'Hé, kerel!' riep Vernon naar Raymond. 'Wil je je eenden aan je broer laten zien?'

Raymond wendde zijn ogen niet van de kaart af. 'Ik weet het niet.'

'Het is die vijver waar u langs gekomen bent op weg hierheen,' legde Vernon uit. 'Hij zit daar de halve dag.' Nu wendde Charlie zich tot Susanna. 'Misschien kun jij beter terugrijden naar de stad,' zei hij luchtig, 'dan kan ik alleen zijn met Ray. Dan kunnen we elkaar beter leren kennen. Je kunt vanavond terugkomen om me op te pikken. Wat denk je? Zou je dat voor me kunnen doen?' Hij grijnsde liefhebbend naar haar.

Susanna voelde zich plotseling teleurgesteld en ook geërgerd. Hij gebruikte haar weer - ze wist niet precies hoe. Maar ze voelde het aan. Charlie was weer met zijn oude manipulerende streken bezig.

'Ik denk het wel,' zei ze met tegenzin. 'Als je dat wilt.' Charlies grijns verbreedde zich. 'Kom mee, Ray,' zei hij vrolijk tegen zijn broer. 'Laten we met mevrouw meelopen naar de auto.'

Hij wilde opstaan, maar Raymond stak stijf zijn hand uit om hem de weg te versperren. Raymonds lichaam was verstijfd en hij keek niet naar Charlie. Het duurde even voor Charlie de blik van zijn broer volgde en het tot hem doordrong dat

Raymond bezig was het kaartenhuisje te beschermen. Charlie knikte en liep voorzichtig om het huisje heen; hij zorgde ervoor het niet aan te raken. Was het tenslotte niet het meesterwerk van Raymond en Susanna? Zie je wel? Raymond mocht dan autistisch zijn, maar hij was niet zo moeilijk te begrijpen.

Ze wachtten terwijl Raymond langzaam zijn rugzak aandeed en de banden vastmaakte, de ene na de andere, precies in de juiste volgorde. Hij zette nooit een stap buiten de deur zonder de rugzak.

De middagschaduwen waren merkbaar langer geworden toen ze met hun drieën de tuinen van Wallbrook in wandelden, Charlie met Susanna, Raymond een paar passen achter hen aan. Toen ze dicht bij de Buick cabriolet kwamen, wendde Charlie zich tot zijn broer.

'Ray, ik wil even alleen Susanna gedag zeggen. Goed? Ik ben zo terug.'

Raymond knikte instemmend, maar toen Charlie weer naar de Buick toe begon te lopen, liep Raymond achter hem aan, als een hond die met zijn baas meeloopt. Charlie bleef staan en fronste zijn wenkbrauwen, maar zijn stem bleef heel geduldig.

'Nee. Alleen betekent zonder jou. Jij blijft hier staan. Wij gaan daarheen. Goed? Susanna, zeg gedag.' Susanna keek een beetje kwaad; ze was een jonge vrouw die geweldig veel hartelijkheid en meeleven bezat en ze had een hekel aan de manier waarop Charlie tegen zijn broer praatte. Hij commandeerde hem alsof Raymond een of ander dom beest was. Toch deed ze wat hij zei. 'Dag, Raymond. Tot gauw.' Ze glimlachte en zwaaide naar hem. Raymond glimlachte niet terug, maar zijn hand kwam omhoog en deed griezelig precies het zwaaien van Susanna na. Charlie deed een stap en achter hem deed Raymond er ook een. Charlie hand schoot omhoog als die van een hondetrainer.

'Blijf!' beval hij, zodat Raymond stokstijf bleef staan. Deze keer bleef Raymond. Charlie nam Susanna bij de hand en trok haar haastig buiten Raymonds gehoorafstand en naar de auto. Er lag een uitdrukking op zijn gezicht die Susanna nog nooit gezien had, een spanning om zijn mond. 'Luister, de plannen veranderen,' zei hij snel op zachte, dringende toon. 'Ik wil dat je het volgende doet...' Susanna luisterde in verwarring. Wat had Charlie precies in de zin en waarom kon hij er niet open en eerlijk met haar over praten?

'Als je me nou maar vertelde waarom,' klaagde ze. 'Eerst zeg je: "Ga naar de stad." dan...'

'Dóe het nou maar,' drong Charlie een beetje wanhopig aan. 'Alsjeblieft. Het zal niet lang duren. Het is eigenlijk voor Ray.' Charlie was slim, hij kende al haar zwakke plekken en één ervan was sympathie voor die arme Raymond. Susanna keek naar Raymond, die hen angstig in de gaten hield. Hij ijsbeerde op en neer, maar verloor hen geen moment uit het oog. Hij stak zijn hoofd zo ver mogelijk naar voren, blijkbaar om hen beter te kunnen zien en horen. Het was duidelijk dat hij zich angstig en ellendig voelde en dat raakte Susanna.

'Goed, je zegt het maar,' zuchtte ze. 'Ga. Hij staat op je te wachten.' Charlie sloeg dankbaar zijn armen om haar heen en gaf haar een lange, innige kus. Toen stapte Susanna in de Buick en reed weg.

Charlie wenkte en Raymond kwam gehoorzaam naar hem toe stappen. Klaar om Charlie zijn eenden te laten zien. Ze zaten zij aan zij op de vochtige bank bij de vijver en zagen de eenden voorbijzwemmen op het water, waarboven zwermen muggen dansten. Dat wil zeggen, Charlie keek naar de eenden terwijl Raymond in een notitieboekje bleef schrijven, een groen deze keer. Zo nu en dan keek hij op om te zien waar de eenden gebleven waren, maar hij keek geen enkele keer naar Charlie.

Other books

A Simple Proposition by O'Donnell, Jennifer
Adoring Addie by Leslie Gould
Ruby by Lauraine Snelling, Alexandra O'Karm
Bear Necessities by Dana Marie Bell
Rejar by Dara Joy
Faceless by Martina Cole
Hot Stuff by Flo Fitzpatrick
Unsurpassed by Charity Parkerson
The Empty Room by Lauren B. Davis