De Kaart En Het Gebied (23 page)

Read De Kaart En Het Gebied Online

Authors: Michel Houellebecq

BOOK: De Kaart En Het Gebied
9.24Mb size Format: txt, pdf, ePub

Met bebloed voorhoofd kroop Patrick Le Lay voort over het plaveisel, hij had nu alle hoop verloren om de directieleden te bereiken, die de hoek van de Avenue Charles-de-Gaulle omsloegen. De muziek was tot bedaren gekomen, uit de ontvangstsalons klonk nu het trage ritme van een Savooise groove. Jed keek omhoog naar de hemel, naar de onaangedane sterrenstelsels. Er verschenen spirituele configuraties van een nieuw soort, in elk geval vond er een ingrijpende verandering plaats in de structuur van het Franse omroepbestel, kon Jed afleiden uit de gesprekken van de genodigden die na het ophalen van hun overjas traag in de richting van de koetspoorten liepen. Hij ving in het voorbijgaan de woorden 'nieuw bloed' en 'vuurdoop' op, begreep dat veel gesprekken over Olga gingen, die een nieuwe verschijning in het Franse televisielandschap was, ze 'kwam uit institutionele hoek', dat was een van de meest voorkomende commentaren, samen met die over haar schoonheid. De buitentemperatuur was moeilijk in te schatten, er gingen beurtelings koude en warme golven door hem heen. Opnieuw voelde hij zijn maag samentrekken, moeizaam braakte hij op de palmboom. Toen hij overeind kwam zag hij Olga in een mantel van sneeuwluipaardbont een beetje ongerust naar hem kijken.

'We gaan naar huis.' 'Naar... jouw huis?'

Zonder antwoord te geven nam ze hem bij de arm en leidde hem naar haar auto. 'Kwetsbaar Fransoosje...' zei ze met een glimlach voordat ze wegreed.

13

Het eerste daglicht sijpelde door de spleet tussen twee dikke, gevoerde gordijnen met helderrode en gele motieven. Naast hem ademde Olga regelmatig, met haar korte nachthemd opgetrokken tot haar middel. Jed streelde zachtjes haar blanke, ronde billen, zonder haar wakker te maken. Haar lichaam was in tien jaar nauwelijks veranderd, al waren de borsten wat zwaarder geworden. Die prachtige bloem van vlees was begonnen te verwelken; en de aftakeling zou vanaf nu steeds sneller gaan. Ze was twee jaar ouder dan hij; hij besefte ineens dat hij de volgende maand veertig zou worden. Ze bevonden zich ongeveer op de helft van hun leven; het was snel gegaan. Hij stond op en pakte zijn kleren bij elkaar, die her en der op de grond lagen. Hij herinnerde zich niet dat hij zich de vorige avond had uitgekleed, ongetwijfeld had zij dat gedaan; voor zijn gevoel was hij in slaap gevallen zodra zijn hoofd het kussen raakte. Hadden ze gevrijd? Waarschijnlijk niet, en dat simpele feit was al ernstig, omdat ze het na zo'n lange scheiding hadden moeten doen, in elk geval hadden moeten proberen, het voorspelbare uitblijven van een onmiddellijke erectie had maar al te makkelijk op het conto van de excessieve alcoholconsumptie geschreven kunnen worden, maar ze had toch een poging kunnen wagen om hem af te zuigen, hij herinnerde zich niet dat ze dat gedaan had, misschien had hij erom moeten vragen? Ook die aarzeling over zijn seksuele rechten, over wat hem binnen het kader van hun relatie natuurlijk en normaal leek, was verontrustend, en waarschijnlijk een aankondiging van het eind. Seksualiteit is iets kwetsbaars, je krijgt er zo moeilijk toegang toe en raakt het zo makkelijk weer kwijt.

.

Hij deed de gecapitonneerde, met wit leer bespannen kamerdeur achter zich dicht en liep een lange gang in, die aan de rechterkant toegang gaf tot andere slaapkamers en een werkkamer, aan de linkerkant tot de ontvangstruimten - kleine salons met Lodewijk XVI-sierlijsten en een Hongaarse-puntenparket. In de halfschaduw, die her en der werd verlicht door grote schemerlampen, leek er geen einde aan het appartement te komen. Hij liep door een van de salons en deed het gordijn een stukje open: de Avenue Foch lag als een eindeloze vlakte voor hem, abnormaal breed, bedekt met een dunne laag rijp. Het enige teken van leven was de uitlaat van een zwarte Jaguar xj, waarvan de motor stationair draaide op de ventweg. Toen kwam er een vrouw in avondjurk een beetje wankelend uit een huis lopen en ging naast de bestuurder zitten; de auto reed weg in de richting van de Are de Triomphe. Het stadslandschap verzonk weer in diepe stilte. Alles verscheen ongewoon scherp op zijn netvlies terwijl er tussen de torens van La Défense een zwakke winterzon opkwam die het smetteloze wegdek van de avenue deed schitteren. Aan het eind van de gang kwam hij uit in een grote keuken met kasten van geborsteld aluminium rond een centraal geplaatst basalten kookblok. De koelkast was leeg, afgezien van een doosje bonbons van Debauve & Gallais en een aangebroken pak sinaasappelsap van de Leader Price. Hij keek om zich heen, zag een koffieapparaat en maakte een kop Nespresso. Olga was lief, Olga was lief en liefdevol, Olga hield van hem, herhaalde hij in gedachten, steeds bedroefder omdat hij tegelijk ook besefte dat het tussen hen niets meer zou worden, dat het tussen hen nooit meer iets kon worden, het leven biedt je soms een kans dacht hij maar als je te laf of te besluiteloos bent om die te benutten neemt het leven zijn kaarten terug, er is een moment om te handelen en een mogelijk geluk te betreden, dat moment duurt een paar dagen, soms een paar weken of zelfs een paar maanden maar het doet zich maar één keer voor, en als je het later wilt terugvinden is dat domweg onmogelijk, er is geen plaats meer voor enthousiasme, overtuiging en geloof, wat overblijft is zachte berusting, droef wederzijds medelijden, het even nutteloze als juiste besef dat het iets had kunnen worden, dat je je het aangeboden geschenk domweg niet waardig hebt betoond. Hij zette nog een kop koffie, die de nevel van de slaap definitief verdreef, en overwoog toen een briefje voor Olga achter te laten. 'We moeten nadenken,' schreef hij, haalde het door en noteerde: 'Ik ben jou niet waard.' Hij schrapte de zin opnieuw en schreef in plaats daarvan: 'Mijn vader ligt op sterven,' waarna hij bedacht dat hij Olga nooit over zijn vader had verteld, hij verfrommelde het blaadje en gooide het in de prullenbak. Binnenkort zou hij net zo oud zijn als zijn vader was toen hij geboren werd; voor zijn vader had het krijgen van een kind het eind van elke artistieke ambitie en meer in het algemeen de aanvaarding van de dood betekend, dat gold ongetwijfeld voor heel veel mensen maar in het bijzonder voor zijn vader. Hij liep de gang weer door naar de slaapkamer; Olga sliep nog altijd, opgerold tot een balletje. Hij bleef ongeveer een minuut aandachtig naar haar regelmatige ademhaling kijken maar kon niet tot een synthese komen, en ineens moest hij aan Houellebecq denken. Een schrijver moet toch iets van het leven weten, of althans die suggestie wekken. Op een of andere manier had Houellebecq een deel van de synthese in handen.

.

Het was nu helemaal licht, maar de Avenue Foch was nog altijd even uitgestorven. Hij had Olga nooit over zijn vader verteld, en zijn vader nooit over Olga, net zomin als hij Houellebecq of Franz over hen beiden had verteld, hij had weliswaar een laatste restje van een sociaal leven behouden maar dat leek in geen enkel opzicht op een netwerk of organisch weefsel of wat voor levende entiteit dan ook, het betrof een elementaire, minimale grafiek met losse, dorre takken zonder uitlopers. Thuisgekomen verpakte hij het portret van de schrijver in een titanium kist en maakte die vast op de imperial van zijn Audi shooting break. Bij de Porte d'Italie volgde hij de richting van de snelweg
aio.

Zodra hij de laatste voorsteden en de laatste opslagloodsen achter zich had gelaten, merkte hij dat de sneeuw was blijven liggen. De buitentemperatuur was ~3°c maar de airconditioning werkte perfect, een gelijkmatige warmte vulde de auto. Audi's worden gekenmerkt door een bijzonder hoog afwerkingsniveau, waarmee volgens het blad
Auto-Journal
alleen bepaalde Lexus-modellen kunnen concurreren, deze auto was zijn eerste aankoop geweest sinds zijn nieuwe status van vermogend man, meteen bij zijn eerste bezoek aan de dealer was hij gevallen voor de minutieuze precisie waarmee de metalen delen waren geassembleerd, de zachte klik waarmee de portieren dichtgingen, het was allemaal zo degelijk als een brandkast. Hij draaide aan het radertje van de cruisecontrol en koos voor een kruissnelheid van 105 km/u. Het gebruik van het mechaniek werd vergemakkelijkt door lichte karteltjes met een schaal van 5 km/u; deze auto was echt volmaakt. Een onaangeroerd laagje sneeuw bedekte de horizontale vlakte; de zon scheen dapper, bijna vrolijk, boven de slapende Beauce. Vlak voor Orléans nam hij de
e6o
in de richting van Courtenay. Een paar centimeter onder de grond wachtten zaadjes om te ontkiemen, te ontwaken. De reis zou te kort zijn, dacht hij, hij zou nog uren, dagen lang op constante snelheid over de snelweg hebben moeten rijden om ook maar tot het begin van de eerste aanzet tot een heldere gedachte te komen. Hij dwong zichzelf niettemin om bij een tankstation te stoppen, en bedacht bij het wegrijden vervolgens dat hij Houellebecq moest bellen om hem te melden dat hij eraan kwam.

Hij sloeg af bij Montargis-Ouest, parkeerde vijftig meter voor het tolstation, koos het nummer van de schrijver en liet de telefoon zo'n tien keer overgaan. De zon was verdwenen, de lucht hing melkwit boven het sneeuwlandschap. De gebroken witte tolhokjes vervolmaakten die discrete symfonie van lichte tonen. Hij stapte uit, werd bevangen door de kou, die feller was dan in de stad, en liep een paar minuten rond over het asfalt van de parkeerplaats. Toen hij de titanium kist op het dak van zijn auto zag, herinnerde hij zich plotseling de reden van zijn reis en bedacht dat hij eindelijk tijd zou hebben om Houellebecq te lezen, nu alles voorbij was. Nu
wat
voorbij was? Het antwoord kwam tegelijk met de vraag, en hij begreep dat Franz het goed had gezien:
Michel Houellebecq, schrijver
zou zijn laatste schilderij zijn. Hij zou vast nog wel ideeën voor schilderijen, dromen van schilderijen krijgen, maar hij zou nooit meer de energie en motivatie hebben om er gestalte aan te geven. Je kunt altijd, had Houellebecq hem gezegd toen hij het over zijn carrière als romanschrijver had, aantekeningen maken, zinnen aaneen proberen te rijgen; maar voordat je aan een roman begint moet je eerst wachten tot het allemaal compact en onweerlegbaar wordt, wachten tot er een ware kern van noodzakelijkheid verschijnt. De beslissing om een boek te schrijven neem je nooit zelf, had hij eraan toegevoegd; een boek was volgens hem als een blok beton dat besluit te stollen, en het enige wat de auteur kon doen, was aanwezig zijn en in een angstig nietsdoen wachten tot het proces vanzelf op gang kwam. Op dat moment begreep Jed dat nietsdoen hem nooit meer angst zou aanjagen, en het beeld van Olga kwam weer in zijn geheugen bovendrijven als een fantoom van onvoltooid geluk, als hij gekund had zou hij voor haar hebben gebeden. Hij stapte weer in zijn auto, reed zachtjes naar de tolhokjes en haalde zijn bankpas tevoorschijn om te betalen.

.

Het was ongeveer twaalf uur toen hij het dorp bereikte waar Houellebecq woonde, maar er was niemand op straat. Was er in dit dorp trouwens ooit wel eens iemand op straat? Het bestond afwisselend uit kalkstenen huizen met traditionele pannendaken, die waarschijnlijk typisch waren voor de streek, en gewitte vakwerkhuizen, die je eerder op het Normandische platteland zou hebben verwacht. De kerk, waarvan de steunbogen bedekt waren met klimop, droeg de sporen van een met grote ijver uitgevoerde renovatie; er viel hier met het erfgoed duidelijk niet te spotten. Overal waren sierstruiken en grasveldjes; bruine houten bordjes nodigden de bezoeker uit tot een avontuurlijk circuit langs de rand van de Puisaye. In de multifunctionele culturele ruimte was een permanente tentoonstelling over lokale ambachten ingericht. Waarschijnlijk vond je hier al heel lang alleen nog tweede huizen.

De schrijver woonde een stukje buiten het dorp; zijn aanwijzingen waren bijzonder duidelijk geweest toen hij hem ten slotte aan de telefoon had gekregen. Hij had een lange wandeling met zijn hond gemaakt, had hij gezegd, een lange wandeling over het bevroren platteland; hij zou hem met genoegen ontvangen voor de lunch.

Jed parkeerde voor het hek van een langgerekte, lage boerderij in de vorm van een L, met gekalkte muren. Hij haalde de kist met zijn schilderij van de auto en trok aan de bel. In het huis klonk direct geblaf. Een paar seconden later ging de deur open, een grote, ruwharige zwarte hond kwam blaffend naar het hek gevlogen. Vervolgens kwam ook de auteur van
Elementaire deeltjes
naar buiten, gekleed in een parka en een ribfluwelen broek. Hij was veranderd, realiseerde Jed zich meteen: robuuster geworden, gespierder waarschijnlijk. Energiek kwam hij aanlopen, met een verwelkomende glimlach om zijn lippen. Hij was ook vermagerd, op zijn gezicht waren fijne rimpeltjes verschenen en zijn zeer kort geknipte haar was grijs geworden. Hij was, dacht Jed, als een dier dat zijn wintervacht heeft gekregen.

.

In de openhaard van de woonkamer brandde een groot vuur; ze namen plaats op flesgroene fluwelen banken. 'Er stonden nog een paar oorspronkelijke meubels...' zei Houellebecq, 'de rest heb ik op een rommelmarkt gekocht.' Op een salontafeltje had hij plakjes worst en olijven neergezet; hij trok een fles chablis open. Jed haalde het portret uit de kist en zette het tegen de rugleuning van de bank. Houellebecq wierp er een ietwat verstrooide blik op en keek toen de kamer rond. 'Boven de openhaard zou hij mooi staan, denkt u niet?' vroeg hij ten slotte. Het was het enige wat hem leek te interesseren. Misschien is het ook wel goed zo, dacht Jed; wat is een schilderij in feite anders dan een nogal kostbaar stuk meubilering? Hij dronk met kleine teugjes van zijn wijn.

'Wilt u rondkijken?' stelde Houellebecq voor. Natuurlijk zei Jed ja. Het huis beviel hem, het herinnerde hem een beetje aan dat van zijn grootouders; maar in feite lijken al die traditionele huizen op het platteland min of meer op elkaar. Afgezien van de woonkamer was er een grote keuken, met in het verlengde ervan een voorraadkamer-die ook als houtopslag en wijnkelder dienstdeed. Aan de rechterkant waren de deuren van twee slaapkamers. De eerste, die niet gebruikt werd, had in het midden een hoog, smal tweepersoonsbed en was ijskoud. In de tweede stonden een eenpersoonsbed, een hoeksofa met ingebouwd kinderbed en een secretaire met klep. Jed ontcijferde de titels van de boeken die op de plank van de hoeksofa stonden, vlak bij het hoofdeinde van het bed: Chateaubriand, Vigny, Balzac.

'Ja, daar slaap ik...' beaamde Houellebecq, terwijl ze terugliepen naar de woonkamer en weer plaatsnamen voor het vuur. 'In mijn vroegere kinderbed... We eindigen zoals we zijn begonnen...' voegde hij eraan toe met een moeilijk te duiden uitdrukking op zijn gezicht (voldoening? berusting? verbittering?). Jed wist niets toepasselijks terug te zeggen.

Other books

The Kings' Mistresses by Elizabeth Goldsmith
The Guards by Ken Bruen
Potsdam Station by David Downing
Groomless - Part 1 by Sierra Rose
Class Reunion of Murder by Vanessa Gray Bartal
Stripped Down by Lorelei James