De Kaart En Het Gebied (22 page)

Read De Kaart En Het Gebied Online

Authors: Michel Houellebecq

BOOK: De Kaart En Het Gebied
13.85Mb size Format: txt, pdf, ePub

'Mijn portret, ja... Graag, graag.' Het leek hem geen bal te kunnen schelen. Ze keuvelden nog een paar minuten aangenaam verder. In de stem van de auteur van
Elementaire deeltjes
klonk iets door wat Jed nog nooit bij hem had gehoord, wat hij er ook absoluut niet had verwacht, en wat hij niet direct kon thuisbrengen, omdat hij het eigenlijk al jarenlang bij niemand meer was tegengekomen: hij leek gelukkig.

12

Met hooivorken gewapende boeren uit de Vendée hielden de wacht aan weerszijden van de toegangspoort tot het herenhuis van Jean-Pierre Pernaut. Jed liet zijn print van de uitnodigingsmail aan een van hen zien en liep verder naar een grote, geplaveide vierkante binnenplaats, volledig verlicht met fakkels. Een stuk of tien genodigden waren op weg naar de twee grote, wijd openstaande deuren die toegang gaven tot de ontvangstsalons. In zijn ribfluwelen broek en zijn sympatex jack van
c&a
voelde hij zich afschuwelijk
underdressed,
de vrouwen droegen lange japonnen, de meeste mannen een smoking. Twee meter vóór hem herkende hij Julien Lepers, in gezelschap van een beeldschone zwarte vrouw die een hoofd groter was dan hij; ze droeg een lange, glanzend witte japon met goudkleurige passementen, aan de achterkant uitgesneden tot het begin van de bilnaad; de weerschijn van de fakkels flakkerde op haar naakte rug. De presentator, gekleed in de gewone smoking die hij altijd droeg bij speciale maatschappelijke-eliteavondjes, zijn werksmoking in zekere zin, leek in een moeizame discussie gewikkeld met een driftig, gemeen ogend mannetje dat de indruk wekte een verantwoordelijke institutionele functie uit te oefenen. Jed liep hen voorbij, de eerste ontvangstsalon in, waar hij werd begroet door de smartelijke klaagzang van een tiental Bretonse doedelzakkers, die net waren begonnen aan een gekweld, oeverloos Keltisch stuk dat haast pijn deed aan de oren. Hij liep er met een ruime bocht omheen, de tweede salon in, waar hij een Knacki met emmentalsmaak en een glas gewürztraminer
Spat-lese
aannam van twee Elzasser serveersters met een kapje op en een rood-wit schort om hun middel geknoopt, die met hun dienblad rondliepen tussen de genodigden; ze leken zo veel op elkaar dat ze tweelingen hadden kunnen zijn.

De ontvangstruimte bestond uit vier salons en suite, met minstens acht meter hoge plafonds. Jed had nog nooit zo'n groot appartement gezien; hij wist niet eens dat er zo'n groot appartement kon bestaan. Toch stelde het waarschijnlijk niet veel voor, bedacht hij in een flits van helderheid, in vergelijking met de onderkomens van de mensen die tegenwoordig zijn schilderijen kochten. Er waren waarschijnlijk zo'n twee- a driehonderd genodigden, het rumoer van de gesprekken begon langzaam het gejank van de doedelzakken te overstemmen, hij had het gevoel dat hij duizelig ging worden en leunde tegen de stand met producten uit de Auvergne, waar hij zich een Jésus-Laguiole-spies en een glas saint-pourgain liet aanbieden. Van de sterke, grondachtige geur van de kaas kwam hij weer een beetje bij, hij dronk zijn glas saint-pourgain in één teug leeg, vroeg om een tweede en zette zijn opmars door de menigte voort. Hij begon het te warm te krijgen, waarom had hij zijn jas niet bij de garderobe achtergelaten, zijn jas vloekte echt met de
dresscode,
verweet hij zichzelf opnieuw, alle mannen droegen avondkleding, echt allemaal, herhaalde hij in gedachten wanhopig, en precies op dat moment stond hij tegenover Pierre Bellemare, gekleed in een petrolblauwe tergalbroek en een wit overhemd met bef dat onder de vetvlekken zat, zijn broek werd opgehouden door brede bretels in de kleuren van de Amerikaanse vlag. Jed stak hartelijk zijn hand uit naar de Franse koning van de teleshopping, die hem verbaasd schudde, en liep verder, enigszins gerustgesteld.

Het kostte hem meer dan twintig minuten om Olga te vinden. Ze stond in een deuropening, half aan het oog onttrokken door een gordijn, en was met Jean-Pierre Pernaut in een duidelijk professioneel gesprek gewikkeld. Hij was verreweg het meest aan het woord, zijn zinnen kracht bijzettend met vastberaden bewegingen van zijn rechterhand; zij knikte af en toe, geconcentreerd en aandachtig, en maakte maar weinig tegenwerpingen of opmerkingen. Jed bleef stilstaan op een paar meter van haar vandaan. Twee in haar nek samengeknoopte banden van zachtgele stof, ingelegd met kleine kristallen, bedekten haar borsten en kwamen ter hoogte van haar navel weer bij elkaar, bijeengehouden door een broche van zilverkleurig metaal in de vorm van een zon, om ten slotte te eindigen in een kort, strak, eveneens met kleine kristallen bedekt rokje, waaronder nog net de sluiting van een witte jarretelle zichtbaar was. Haar eveneens witte kousen waren extreem verfijnd. Veroudering, en vooral zichtbare veroudering, is allerminst een continu proces, het leven valt eerder te omschrijven als een trapsgewijze afdaling, waarbij elke nieuwe trede wordt ingeluid door een abrupte val. Als we iemand tegenkomen die we al jaren uit het oog zijn verloren, hebben we soms de indruk dat hij flink is verouderd; maar soms hebben we juist de indruk dat hij
geen steek is veranderd.
Dat is een bedrieglijke indruk - de aftakeling baant zich eerst geniepig een weg door de binnenkant van het organisme voordat ze ineens naar buiten breekt. In die tien jaar was Olga op een trede van stralende schoonheid blijven staan - zonder daar overigens gelukkig van te worden. Ook hijzelf, dacht hij, was in die tien jaar niet echt veranderd, hij had nu
een oeuvre op zijn naam staan
, zoals dat heet, maar hij had net zomin als zij het geluk ontmoet, of ook maar in de verte zien blinken.

Jean-Pierre Pernaut zweeg en nam een slok beaumes-de-venise, Olga's blik gleed een paar graden opzij en ineens zag ze hem roerloos midden in de menigte genodigden staan. Een paar seconden kunnen genoeg zijn, misschien niet om een beslissende wending aan het leven te geven, maar toch in elk geval om te onthullen welke kant het in hoofdlijnen op zal gaan. Ze legde haar hand even op de onderarm van de presentator, zei iets ter verontschuldiging, stond in een paar sprongen voor Jed en zoende hem vol op de mond. Toen stapte ze achteruit, pakte zijn handen in de hare, en een paar seconden lang stonden ze zwijgend tegenover elkaar.

Welwillend in zijn Arthur von Aschendonk-zwaluwstaart zag Jean-Pierre Pernaut hen op zich afkomen. Met zijn wijd open gezicht wekte hij op dat moment de indruk het leven te kennen, en er zelfs mee te sympathiseren. Olga stelde hen aan elkaar voor.

'Ik ken u!' riep de presentator uit, terwijl zijn glimlach zich nog verder opende. 'Kom eens mee!'

.

Hij liep snel de laatste salon door, tikte in het voorbijgaan even op de arm van TF i-baas Patrick Le Lay (die tevergeefs een aandeel in het kapitaal van de zender had proberen te nemen) en ging hen voor door een brede gang met hoge, gewelfde wanden van massief kalksteen. Meer nog dan aan een herenhuis deed het onderkomen van Jean-Pierre Pernaut denken aan een ro-maanse abdij, met zijn gangen en zijn crypten. Ze bleven staan voor een dikke, met vaalrood leer gecapitonneerde deur. 'Mijn kantoor...' zei de presentator.

Hij wachtte in de deuropening terwijl zij de ruimte in zich opnamen. Er stond een lange rij mahoniehouten boekenkasten, hoofdzakelijk gevuld met reisgidsen - alle smaken door elkaar, de
Guide du Routard
gebroederlijk naast de
Guide Bleu,
de
Petit Futé
naast de
Lonely Planet.
Op presentatiestandaards lagen de boeken van Jean-Pierre Pernaut uitgestald, van
Prachtige ambachten
tot
Smakelijk Frankrijk.
In een vitrine stonden de vijf Gouden Zevens die hij in de loop van zijn carrière in de wacht had gesleept, samen met een aantal sportbekers van onbepaalde herkomst. Rond het mahoniehouten ministersbureau stonden diepe lederen fauteuils. Achter het bureau herkende Jed direct een van de foto's uit zijn Michelinperiode, discreet verlicht door een halogeenlamp. Opmerkelijk genoeg was de keus van de presentator niet gevallen op een spectaculaire foto met een onmiddellijk pittoresk effect, zoals hij ze bijvoorbeeld had gemaakt van de Corniche Varoise en de Gorges du Verdon. De foto, met Gournay-en-Bray als middelpunt, was egaal belicht, zonder speciale effecten of perspectief; Jed herinnerde zich dat hij hem precies loodrecht had genomen. De gelijkmatig over de compositie verdeelde witte, groene en bruine vlakken werden doorsneden door een symmetrisch netwerk van departementale wegen. Geen enkele agglomeratie tekende zich duidelijk af, ze leken allemaal ongeveer even groot; het geheel bood een indruk van rust, evenwicht, abstractie haast. Vlak boven dat landschap, besefte hij plotseling, had hij waarschijnlijk gevlogen kort na zijn vertrek van vliegveld Beauvais, toen hij Houellebecq was gaan opzoeken in Ierland. In aanwezigheid van de concrete werkelijkheid, van die discrete aaneenschakeling van weiden, velden en dorpen, had hij hetzelfde gevoeld: evenwicht, vredige harmonie.

'Ik weet dat u zich nu op de schilderkunst richt,' hernam Jean-Pierre Pernaut, 'en dat u een schilderij van mij hebt gemaakt. Om eerlijk te zijn heb ik het zelfs proberen te kopen; maar Frangois Pinault heeft me overtroefd, ik kon niet volgen.'

'Frangois Pinault?' Jed was verbaasd.
De journalist Jean-Pierre Pernaut die een redactievergadering leidt
was een bescheiden, klassiek opgezet schilderij dat absoluut niet in de lijn lag van de doorgaans veel
wildere
keuzes van de Bretonse zakenman. Hij had ongetwijfeld wat variatie in zijn collectie willen brengen.

'Misschien had ik...' zei hij. 'Het spijt me... Misschien had ik een soort voorrangsclausule voor de afgebeelde personen moeten invoeren.'

'Zo is de markt...' zei Pernaut met een brede, stralende glimlach zonder rancune, hij klopte hem zelfs even op zijn schouder.

.

De presentator ging hen weer voor door de gewelfde gang, de slippen van zijn zwaluwstaart wapperden traag achter zijn rug. Jed wierp een blik op zijn horloge: het was bijna middernacht. Opnieuw passeerden ze de openslaande deuren die toegang gaven tot de ontvangstruimten. In de salons was het geroezemoes nu op zijn hoogtepunt; er waren nog meer genodigden gearriveerd, het waren er in totaal waarschijnlijk zo'n vier- a vijfhonderd. Midden in een klein groepje stond Patrick Le Lay zwaar aangeschoten te oreren; hij had botweg een fles chateauneuf-du-pape gesnaaid, zette die aan zijn mond en dronk hem met lange teugen leeg.
Anchor ivoman
Claire Chazal legde zichtbaar gespannen haar hand op zijn arm en probeerde hem ervan te weerhouden; maar de zendbaas had duidelijk bepaalde grenzen overschreden, '
tfi
is de beste!' brulde hij. 'Ik geef hem geen zes maanden, Jean-Pierre met zijn zender!

net zo, dachten ons te naaien met
Loft Story,
gooien wij er een tandje bovenop met
Koh Lanta
en daar gaan ze, gebeukt tot op het bot! Tot op het bot!' herhaalde hij, en hij wierp de fles over zijn schouder; het ding schampte de schedel van Julien Lepers en belandde toen voor de voeten van drie mannen op gevorderde leeftijd in middengrijs driedelig pak, die hem streng aankeken.

Zonder aarzelen liep Jean-Pierre Pernaut op zijn voormalige baas af en ging recht voor hem staan. 'Je hebt te veel gedronken, Patrick,' zei hij kalm; zijn spieren stonden gespannen onder de stof van de zwaluwstaart, zijn gezicht verhardde alsof hij zich klaarmaakte voor het gevecht. 'Oké, oké...' zei Le Lay met een slap sussend gebaar, 'oké, oké...' Op dat moment weerklonk er vanuit de tweede salon een sonore tenorstem, met een ongelofelijk volume. Andere stemmen, baritons en bassen, namen het thema over, zonder woorden, in canon. Veel mensen draaiden zich die kant op en herkenden een beroemde Corsi-caanse polyfoniegroep. Twaalf mannen van uiteenlopende leeftijd, gekleed in zwarte broeken en kielen, met alpinopetten op, gaven zich gedurende iets meer dan twee minuten volledig over aan hun vocale verrichting, het was haast geen muziek meer, eerder een strijdkreet, verbazingwekkend rauw. Toen zwegen ze plotseling. Met lichtjes gespreide armen liep Jean-Pierre Pernaut op de menigte af, wachtte tot het stil was en riep toen met krachtige stem: 'Gelukkig nieuwjaar allemaal!' De eerste champagnekurken vlogen door de lucht. Vervolgens begaf de presentator zich naar de drie mannen in middengrijs kostuum en schudde hun een voor een de hand. 'Die zijn van de directie van Michelin...' fluisterde Olga Jed toe alvorens op het groepje af te lopen. 'Financieel stelt
tfi
in vergelijking met Michelin niks voor. En het schijnt dat Bouygues het beu is om altijd maar weer te moeten bijschieten...' kon ze nog net toevoegen voordat Jean-Pierre Pernaut haar aan de drie mannen voorstelde. 'Ik had al een beetje verwacht dat Patrick een scène zou maken...' zei hij tegen de directieleden, 'hij kon mijn vertrek erg slecht verteren.'

'Dat bewijst in elk geval dat ons project iets losmaakt,' antwoordde de oudste. Op dat moment zag Jed een figuur van een jaar of veertig dichterbij komen, gekleed in een joggingbroek en een sweater met capuchon, met een rapperspet achterstevoren op het hoofd gedrukt, in wie hij vol ongeloof Patrick Forestier herkende, de directeur communicatie van Michelin France. 'Yo!' riep hij naar de drie directieleden, en hij gaf ze allemaal een high five. 'Yo!' antwoordden ze om beurten, en op dat moment begon het allemaal uit de hand te lopen, het rumoer van de gesprekken zwol plotseling aan terwijl zowel het Baskische als het Savooise orkest begon te spelen, Jed baadde in het zweet, hij probeerde Olga een paar minuten te volgen terwijl ze beminnelijk en hartelijk de ene na de andere genodigde gelukkig nieuwjaar ging wensen, uit het vriendelijke maar ernstige gezicht dat de mensen opzetten als ze op hen afkwam begreep hij dat ze een rondje maakte langs haar
staff.

Hij voelde de misselijkheid opkomen, rende de binnenplaats op en gaf over op een dwergpalm. De nacht was merkwaardig zacht. Een paar genodigden verlieten de receptie al, onder wie de drie directieleden van Michelin, waar kwamen ze vandaan? Sliepen ze samen in hetzelfde hotel? In driehoeksformatie bewogen ze zich soepel voort en liepen zonder iets te zeggen langs de boeren uit de Vendée, zich ervan bewust dat zij de macht en de werkelijkheid van de wereld vertegenwoordigden. Ze zouden een mooi onderwerp voor een schilderij hebben gevormd, dacht Jed, zoals ze daar discreet de receptie verlieten terwijl achter hen de sterren van de Franse televisie lachten en brulden, er werd onder leiding van Julien Lepers een wedstrijd schunnige liedjes zingen gehouden. Raadselachtig in zijn nachtblauwe rokkostuum liet Jean-Pierre Pernaut een onverschrokken blik over dat alles rondgaan, terwijl Patrick Le Lay beschonken en verslagen over het plaveisel wankelde en de directieleden van Michelin nariep, die zich niet omdraaiden en hem geen blik waardig keurden.
Een revolutie in de geschiedenis van de West-Europese televisie,
had het schilderij kunnen heten dat Jed niet zou maken, hij gaf opnieuw over, had nog een restje gal in zijn maag, het was waarschijnlijk geen goed idee geweest om de Creoolse punch te mengen met de absint.

Other books

Obsidian Faith by Bev Elle
Suspects by Thomas Berger
Restored to Love by Anna Rockwell
Finding Gabriel by Rachel L. Demeter
Kingdom of Shadows by Barbara Erskine
Spanish Disco by Erica Orloff
Flame of Diablo by Sara Craven