Read The Panic Room Online

Authors: James Ellison

The Panic Room (10 page)

BOOK: The Panic Room
13.05Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Ze was zo druk aan het zoeken dat Meg zich zorgen begon te maken dat ze een aanval zou krijgen. 'Rustig aan,' zei ze. 'Niet zo snel.'

'Ja, natuurlijk. Dit is een prima moment om me te ontspannen, mam.' Toch ging Sarah iets langzamer werken, hoewel niet minder verwoed.

'Luister, liefje, ik meen het. Je weet wat er gebeurt als je je te veel opwindt.'

'Hè? Ja, tuurlijk.' Maar ze had het veel te druk met andere dingen om echt te luisteren.

Plotseling trok er een zachte trilling door de vloer. Ze keken naar beneden, toen naar elkaar, en toen weer naar de vloer. Het geluid van de boor ging door merg en been. Meg kon niet hardop zeggen wat ze dacht, want de gedachte alleen al maakte haar vreselijk bang. Was de panic room echt volko-men ondoordringbaar? Of kon je door de vloer naar binnen komen als je slim genoeg was om een manier te bedenken om dat te doen? En waren deze mannen zo slim? Ze had al begrepen dat ze het beveiligingssysteem in het huis in elk geval een klein beetje kenden. Als ze haar geld op een van hen moest inzetten, zou ze de zwarte man kiezen. Ze had de drie mannen aandachtig bestudeerd en was tot de conclusie geko-men dat hij in principe de leiding had, hoewel de kleine man deed alsof hij de baas was. Ze had het gevoel dat de zwarte man systematischer was dan de andere twee en zich minder liet leiden door zijn emoties. Hij leek ook minder boos. Als ze haar lot in handen van een van hen zou moeten leggen, dan zou ze zonder meer voor hem kiezen. 'Denk je dat ze via de vloer naar binnen proberen te komen, mam?'

'Ik weet het niet, liefje. Ik zou echt niet weten wat ze aan het doen zijn.'

Na een paar minuten hield het boren op en Meg slaakte ner-veus een zucht van verlichting.

Precies op dat moment rende Sarah naar de andere kant van de kamer en legde haar oor tegen de muur. 'Hoor je dat?' 'Wat?'

'Luister dan! Hoor je het niet? Dat bonzende geluid?' 

Meg spande zich in en hoorde uiteindelijk een soort zacht, ritmisch bonzen. 'Jawel,' zei ze opgewonden terwijl ze naast Sarah tegen de muur ging staan. Ze drukten allebei hun oor ertegenaan om te luisteren, hun adem zoveel mogelijk inhou-dend. Toen hoorden ze, heel zachtjes, een hoge stem, nasaal, klaaglijk. Daarna begon het bonzen weer. Sarah greep haar moeder bij de arm. 'Dat moeten wel de buren zijn!' riep ze terwijl ze met haar handpalm tegen de muur sloeg en opgewonden op en neer sprong. Meg keek haar dochter even niet-begrijpend aan, waarna het tot haar doordrong dat ze nu in een herenhuis woonden, wat betekende dat, in tegenstelling tot in Greenwich waar er vaak een paar hectare tussen aangrenzende huizen lag, de huizen vaak tegen elkaar aan stonden. Natuurlijk! Er waren buren aan de andere kant van de muur. Ze stond versteld van het vermogen van haar dochter om snel na te denken in een crisis. Je zou bijna vergeten dat ze over een paar weken pas elf zou worden.

Ze begonnen allebei zo hard als ze konden te schreeuwen en op de muur van beton en staal van de panic room te slaan, in de hoop dat ze contact zouden kunnen leggen met wie er dan ook aan de andere kant van de muur was. Ze hielden het on-geveer vijf minuten vol, totdat hun keel schor was, maar de enige reactie was hetzelfde lichte getik en de gedempte, hoge stem vanuit het andere huis. Niemand hoorde hen gillen en schreeuwen. Ze zakten tegen de muur in elkaar en staarden recht voor zich uit. Ze voelden zich als schipbreukelingen die verwoed met een wit laken wuifden naar een schip op zee en hulpeloos moesten toekijken terwijl het over de einder zeilde en uit het zicht verdween. Ze voelden zich eenzamer en meer verslagen dan ooit tevoren.

Burnham liep achter Junior en Raoul aan naar de keuken, waar de twee mannen zijn tas op zijn kop hielden en de in-houd op de tafel lieten vallen. Elk denkbaar stuk gereedschap kletterde op het tafelblad. Raoul greep een klopboor en trok een plastic doosje met boortjes open, die allemaal op de grond vielen. Hij bukte zich en raapte het grootste, indruk-wekkendste boortje op dat hij kon vinden, zette het vast in de boor en liet het een keer ronddraaien, met een uitdagende blik naar Burnham.

Burnham had zich er al aan geërgerd dat de twee zo weinig respect voor hem hadden dat ze zijn spullen gingen doorzoe-ken, en nu was zijn geduld op. Deze jongens waren niet alleen stom, ze hadden ook nog de tegenwoordigheid van geest van een stel ongeleide projectielen.

'Wat denk je verdomme datje aan het doen bent?' vroeg hij aan Raoul. 'Dat is toevallig wel mijn gereedschap waar je mee aan het klooien bent.'

'We breken er van onderaf in,' zei Junior, die in plaats van Raoul antwoordde.

Burnham lachte honend om deze nieuwe, idiote inval uit de mond van deze debiel. Als de universiteit allemaal idioten als Junior opleverde, dan was hij blij dat hij er niets mee te maken had gehad.

'Dat denk ik niet! Je gaat mijn gereedschap niet voor niets mollen.'

'Maar misschien komen we er wel doorheen,' wierp Junior tegen.

'Nog in geen miljoen jaar. Zelfs al kom je door het beton heen, wat ik niet geloof, dan nog moetje ook door acht centimeter staal. Je zult er zelfs geen krasje op kunnen maken.' 

Raoul richtte de klopboor als een wapen op Burnham. 'We zullen wel zien, man. Als we hier naar jou blijven staan luis-teren zonder actie te ondernemen, dan komen we helemaal nergens.' Hij grijnsde met een wild trekken van zijn lippen. 'Weet je wat ik denk? Ik denk dat we hier te maken hebben met een maricone, Junior.'

Junior ging snel tussen de twee mannen in staan, zijn handen geheven in een gebaar van vrede. 'Met ruziën bereiken we niets. Jullie moeten allebei een beetje kalmeren.' Hij wendde zich tot Burnham. 'Weetje heel zeker dat dit niet zal werken, Frank? Als er ook maar een heel kleine kans is, dan vind ik dat we ervoor moeten gaan. Ik heb in elk geval geen zin om hier op klaarlichte dag naar buiten te wandelen.' 'Dit is mijn broodwinning,' antwoordde Burnham. 'Als iedere idioot met een klauwhamer zomaar zou kunnen inbreken, dan zou ik geen baan meer hebben, of wel soms? Zelfs Houdini zou die kamer nog niet kunnen kraken. Ik weet niet hoe ik het jullie nog duidelijker moet maken.' Raoul en Junior bleven even staan zonder iets te zeggen en leken zijn woorden zowaar serieus te overdenken. De twee domsten van de Marx Brothers, dacht Burnham. Daar moet ik het mee doen. Deze jongens zijn wandelende nachtmerries.

'Geloof me nou maar, Junior, het gaat niet lukken. Tenzij zij ons binnenlaten, kunnen we er niet in. Zo simpel is het.' 'Nou, wat kan het mij verrekken,' zei Raoul. 'Ik probeer het gewoon. Ik kan geen andere manier bedenken.' Hij staarde Burnham aan. 'Ga je proberen me tegen te houden?' Burnham keek hem uitdrukkingsloos aan en zei uiteindelijk: 'Nee, Raoul. Ik ga niet proberen je tegen te houden.' 'Dat dacht ik al. Op de een of andere manier wist ik gewoon datje dat niet zou gaan proberen.'

De daaropvolgende twintig minuten probeerde Raoul door de vloer van de panic room heen te boren. Zwetend en vloekend slaagde hij erin de stalen kern tussen het plafond en de panic room erboven te bereiken, maar het staal was sterk genoeg om de boor te weerstaan. Hij ramde vergeefs op de vloer, elk kleurrijk woord uit zijn uitgebreide vocabulaire van scheldwoorden gebruikend.

Junior sloeg hem met toenemende onrust gade. 'In godsnaam, Raoul, geef het gewoon op. Burnham heeft gelijk.' 'Laat Burnham de klere krijgen. Wat een watje.' 'Hij heeft gelijk,' zei Junior. 'Zo kom je er niet in.' Raoul bleef rammen en vloeken totdat Junior hem op zijn been tikte. Raoul draaide zich woest om, nog steeds rammend, en keek hem vluchtig aan. Burnham liep op hen af, een witte tank van twintig liter met zich meeslepend die ze eerder onder de barbecue hadden zien staan, en met een tuinslang om zijn rechterarm.

'Blijven jullie daar gewoon zo staan?' vroeg Burnham. Hij gaf de tank aan Junior en viste een klauwhamer uit de berg gereedschap op de keukentafel; vervolgens hing hij een paar plunjezakken over zijn schouders en haastte zich de kamer uit.

'Waar ben je mee bezig, Burnham? Je mag ons wel op de hoogte houden, hoor.'

'Ja, slimmerik,' zei Raoul terwijl hij Burnhams dure boor op de grond liet vallen. 'We moeten geen geheimen voor elkaar hebben.' Met een uitermate onplezierige grijns zei hij: 'We zijn namelijk een team, weetje.'

Burnham gaf geen antwoord, maar liep in de richting van de trap met Junior op zijn hielen. Raoul probeerde te doen alsof het hem niets kon schelen, maar hij liep snel achter de andere twee mannen aan.

Burnham liep naar de muur die de panic room scheidde van de grote slaapkamer. Hij bracht zijn oor dicht bij de muur en begon er met zijn vuist van boven naar beneden en van links naar rechts op te slaan, geconcentreerd luisterend naar elk ge-luidje - sommige geluiden klonken dof en andere helderder en een beetje hol - totdat hij een plek had gevonden die hem beviel. Toen pakte hij de klauwhamer aan het uiteinde beet en begon als een bezetene op de steenlagen te hameren. Uiteindelijk begonnen de lagen af te brokkelen en werd het skelet van de muur erachter onthuld. Het was een raamwerk van tapbouten van vijf bij tien centimeter, en daarachter was de doffe glans van de metalen kern van de muur te zien. De twee mannen sloegen hem gade zonder er iets van te be-grijpen. Junior zei op sarcastische toon: 'Hé, Frank, zou je nog iets meer herrie kunnen maken?' Burnham ging volledig op in zijn taak en hoorde hem niet. Hij bleef slaan met de hamer totdat hij een ventilatiekoker bereikte die door een dichtgelast gat in het staal van de muur liep en uitkwam in de panic room.

'O, shit,' zei Raoul. Hij schudde zijn hoofd. Hij had de pro- paantank en de slang en de ventilatiekoker in zijn hoofd bij elkaar opgeteld en wist nu precies wat Burnham van plan was. Hij zou het nooit laten merken, maar hij was werkelijk onder de indruk van Burnhams vindingrijkheid. Die kerel was slim. Een watje, maar wel slim. 'Wat is er?' Junior draaide zich om en keek Raoul aan. Hij probeerde er nog steeds achter te komen wat Burnham nu wilde met de slang en de propaantank. Alsof ze nu zouden gaan barbecuen of zoiets. Hij had het akelige gevoel dat Burnham in zijn wanhoop tot een oplossing probeerde te komen zonder dat hij een echt plan voor ogen had. 'Toe nou, Frank, wat is er aan de hand? De tijd vliegt, man, en we zijn nog niets opgeschoten.'

Noch Burnham, noch Raoul gaf hem antwoord; ze gingen beiden helemaal op in Burnhams bewegingen. Raoul keek belangstellend toe hoe Burnham zich op zijn knieën liet vallen en een andere gereedschapskist opentrok. Hij haalde een specialistische klopboor en verschillende ongewoon uit- ziende boortjes tevoorschijn. Hij koos een boortje uit en draaide het vast in de boor.

'Toe nou, wat ben je nou aan het doen?' zei Junior, en er was een dreinerig toontje in zijn stem gekropen. 'Dit is godver-domme mijn klus. Ik heb het allemaal bedacht. Ik moet weten watje in vredesnaam aan het doen bent, Frank.' Hij wendde zich tot Raoul. 'Weet jij wat hij aan het doen is?' 'Rustig nou maar, man. Let gewoon op.' Burnham wierp een blik op Junior. 'Je wilt toch die kamer binnenkomen?' 'Daarvoor zijn we hier.'

'Heb je nog een briljant plan om erin te komen?'

Junior schudde langzaam zijn hoofd en haalde zijn schouders

op.

'Hou dan je kop, zodat ik me kan concentreren.' 'Ja, laat hem zijn gang nu maar gaan, man,' zei Raoul op laatdunkende toon tegen Junior, zich bij hoge uitzondering aan Burnhams kant scharend.

Burnham griste een kussen van het bed en duwde het in het gat in de muur. Toen het eenmaal stevig op zijn plaats zat, be-groef hij de boor er precies middenin. Er klonk een gedempt gejank van metaal toen de boor door het kussen heen vrat en de ventilatiekoker binnendrong. Ganzenveren vlogen in het rond, zodat de nog steeds ongelovig toekijkende Junior dub- belsloeg van het niezen.

Burnham wendde zich tot Raoul, die intuïtief wist wat hij moest doen. Hij wierp Burnham de tuinslang toe en hield zelf het andere eind vast. Burnham stak zijn kant door het gat dat hij zojuist in de ventilatiekoker had geboord. Hij scheurde een stuk isolatieplakband af en plakte daarmee het gat af, zodat het luchtdicht was en de slang stevig op zijn plaats zat. Terwijl Burnham bezig was, haalde Raoul een stiletto uit zijn broekzak en sneed een stuk van een meter of drie van de tuin-slang af. Hij trok de slang de kamer in, helemaal tot aan de witte tank. Toen Junior het opschrift op de tank las - PAS OP ! BRANDBAAR - viel ook bij hem eindelijk het kwartje. 'O ja!' riep hij overdreven enthousiast. 'O, jezus! Briljant, Frank.' Hij leek zich niet te kunnen beheersen. Hij probeerde opnieuw de leiding naar zich toe te trekken, alsof het geven van een eenvoudig bevel daarvoor genoeg zou zijn. 'Draai hem open,' zei hij.

Burnham keek met een boze blik naar hem op. 'Dat heb ik al gedaan.'

'Nou, zet hem dan nog wat verder open,' hield Junior vol. Burnham schudde zijn hoofd. 'We willen haar alleen maar iets duidelijk maken; ze zal het wel begrijpen.' 'Wacht eens even,' zei Raoul. 'Geen gezeik, Burnham. Junior heeft gelijk.'

'Jullie denken niet na, geen van beiden,' zei Burnham zonder zijn stem te verheffen. 'Het doel is om hen bang te maken, niet om hen te vermoorden.'

'Krijg de klere, jij,' zei Raoul. 'Jij hebt ook geen lef. Waarom maak je je eigenlijk druk om die twee?' Raoul besprong Burnham zowat en duwde hem met geweld bij de tank vandaan. Hij draaide de knop van het ventiel op HOOG en het gas stroomde met een hoorbaar 'woesj' uit de tank. Aan de andere kant van de muur vroegen Meg en Sarah zich af wat al dat boren te betekenen had; daar kwamen ze achter toen de geur van gas de panic room begon te vullen. Ze keken elkaar aan en keken vervolgens naar het ventilatiegat waardoor het gas naar binnen kwam stromen. De lucht begon te rimpelen alsof het heel heet was. Angstig snuivend sprong Meg overeind en wierp een blik op de monitors om te zien of ze de bewegingen van de mannen kon volgen. Maar het enige wat ze kon zien op de monitor voor de grote slaapkamer waren drie donkere gestalten, die dicht bij elkaar op hun hurken zaten en, naar Meg veronderstelde, naar de venti- latiekoker zaten te kijken die naar de panic room leidde.

Ze wist wat ze aan het doen waren zonder dat ze het zag. Ze had tijdens haar leven in de buitenwijken van Greenwich een behoorlijk aantal barbecues georganiseerd. Ze herkende de geur van propaan. De enige vraag was: waren ze van plan om haar en Sarah te vermoorden door hen te vergassen of door hen levend te laten verbranden? Beide mogelijkheden waren te verschrikkelijk om over na te denken. Ze moest snel iets doen.

BOOK: The Panic Room
13.05Mb size Format: txt, pdf, ePub
ads

Other books

Jimmy by Robert Whitlow
We Others by Steven Millhauser
Taunting the Dead by Mel Sherratt
Willing Flesh by Adam Creed
Wicked Game by Lisa Jackson, Nancy Bush
Thomas The Obscure by Maurice Blanchot
Recalled to Life by Reginald Hill
Secrets in the Shallows (Book 1: The Monastery Murders) by Karen Vance Hammond, Kimberly Brouillette
Goodbye To All That by Arnold, Judith
Keeper of the Keys by Perri O'Shaughnessy