The Panic Room (20 page)

Read The Panic Room Online

Authors: James Ellison

BOOK: The Panic Room
11.06Mb size Format: txt, pdf, ePub

'Wat gebeurt er als we het geld hebben, Burnham?' 'Wat bedoel je: "Wat gebeurt er"? Dat heb ik al gezegd: dan gaan we weg.'

'En zij dan, man? Ze hebben ons gezien.' Hij keek naar Sa- rah, die snel haar blik afwendde. 'Dat kind kan mijn gezicht zowat dromen.'

'Dat is jouw probleem,' antwoordde Burnham. 'Nee, dat denk ik niet. Het is óns probleem, man. Jij bent hier samen met mij. We zitten in hetzelfde schuitje. Koop er één en je krijgt de rest er voor dezelfde prijs bij. Je weet hoe dit zal aflopen.'

'Je zorgt maar datje bij me uit de buurt blijft,' zei Burnham. 'Je bent een waardeloos stuk vreten. En je blijft verdomme bij dat meisje uit de buurt. Ik meen het. Je denkt misschien dat ik oud ben, maar ik kan je met mijn blote handen vermoorden. Zonder dat pistool van je ben je niets meer dan het eerste het beste stuk tuig.' Raoul staarde naar zijn gewonde hand en zei niets. Burnham gebruikte zijn vingers als centimeter om zes lengtes af te meten van de muur van de panic room naar binnen en voelde met zijn nagels aan de vloerbedekking, op zoek naar een naad. Toen hij er een gevonden had, greep hij hem bij de ene rand beet en voelde met zijn andere hand langs de naad totdat hij het punt gevonden had waar de naad een hoek leek te maken. Vanaf dat punt trok hij de vloerbedekking met twee handen los en onthulde zo de gladde, metalen deur van een vloerbrandkast. Hij knipte zijn tas open en kiepte hem ondersteboven. Er kwam een heel arsenaal gereedschap voor het openbreken van brandkasten tevoorschijn. Raoul bleef met ziekelijke fascinatie naar zijn hand staren. Iemand zou moeten boeten voor de pijn die hij leed. De vrouw, het meisje, de echtgenoot... Hij zou ze allemaal omleggen. En dan was er nog Burnham. Vaarwel, Burnham, arrogante, waardeloze zak, dacht hij. Jij hebt alle lof gekregen, maar het geld is voor mij. Hij keek op en zag dat het meisje weer naar hem zat te staren. 'Kijk niet zo naar me.' Klein, rijk kreng, dacht hij. Jij en je vader en moeder krijgen allemaal jullie verdiende loon en niets kan jullie meer redden. 

Meg ging rechtstreeks naar het solarium, waar ze op de mo-nitors in de panic room had gezien dat de zwarte man Ste- phen had achtergelaten. Stephen was bont en blauw geslagen, zijn rechteroog zat dicht, er zat een lelijke, rode snee in zijn wang en zijn schouder was in een onnatuurlijke positie gedraaid. Hoe boos ze ook op hem was geweest de afgelopen maanden, ze vond het vreselijk om hem zo te zien. Ze knielde naast hem neer en streelde over zijn hoofd. 'Kun je je bewegen?' vroeg ze.

'Niet veel. Ik denk dat mijn knieschijf gebroken is. En mijn arm, mijn rechterarm. En mijn sleutelbeen, ik denk dat hij dat ook heeft gebroken.' 'Kun je je arm optillen?'

Hij probeerde het en de inspanning bracht tranen in zijn ogen. Hij ging achteroverliggen en klemde zijn kiezen op elkaar vanwege de pijn.

Toen ze ging staan, zag hij het pistool in haar linkerhand. Zijn ogen werden groot. 'Doe alsjeblieft niets doms, Meg,' smeekte hij.

'Ze gaan ons vermoorden,' zei ze.

'Nee. Doe alles wat ze willen.' Hij kromp ineen. 'Dat is het beste.'

'Ze gaan Sarah vermoorden. Die kerel met de dreadlocks, de-gene die jou in elkaar heeft geslagen, die is gestoord. Hij heeft al een man vermoord. Hij is een maniak. Ik moet hem tegenhouden.'

Precies op dat moment snerpte er een oorverdovend geluid door het huis.

Haar blik schoot naar de voordeur en toen weer naar Stephen. 'Dat zal de politie wel zijn,' legde hij uit.

Ze keek naar hem. 'O, god, nee, heb je de politie gebeld?' 'Ja, natuurlijk heb ik ze gebeld. Ik maakte me zorgen om je. Wat had ik dan moeten doen?'

Natuurlijk had hij gelijk. Ze had gehoopt dat hij dat zou doen toen ze hem belde. Maar nu die beesten Sarah hadden, was alles anders.

De deurbel ging opnieuw en ze wist dat de mannen die Sarah in gijzeling hielden het wel gehoord moesten hebben. Ze stak haar hand omhoog en haalde de kap van de lamp die op de tafel naast Stephen stond. Ze legde de lamp samen met het pi-stool in zijn schoot en fluisterde tegen hem: 'Geen kik geven.' Hij knikte, verdwaasd, verward. Ze haalde een hand door haar haar en liep naar de deur. Onderweg greep ze een skiparka uit de gangkast om over haar nachtjapon heen aan te trekken. Ze pakte de elektrische schroevendraaier die ze vanuit de keuken had meegenomen en begon kalm de schroeven uit de deur te draaien. 'Momentje.' Toen de laatste schroef op de vloer viel, deed ze de deur een stukje open en stak haar hoofd om de hoek. 'Ja?'

'Alles in orde?' vroeg een van de mannen in het blauw. 'Hè?' vroeg ze met een geveinsd slaperige stem. 'Is alles in orde, mevrouw?' vroeg de andere agent. 'Wat doen jullie hier?' Ze gaapte. 'Hoe laat is het?' 'Een uur of vier.'

'Vier uur? Vier uur 's nachts? Ik begrijp niet waarom jullie hier zijn.'

'We kregen een telefoontje.'

'Iemand heeft jullie gebeld?'

'Mogen we binnenkomen?'

'Wat willen jullie?'

'We willen graag binnenkomen.'

'Nee, jullie mogen niet binnenkomen.'

'Is er iets aan de hand?'

'Nee, er is niets aan de hand.'

'Kunnen we binnenkomen?'

'Vraag me dat niet steeds. Wie heeft jullie gebeld?'

'U ziet er niet zo goed uit.'

'Je maakt me om vier uur 's nachts wakker uit een diepe slaap en dan vertel je me dat ik er niet zo goed uitzie? Je ziet er zelf ook niet al te best uit...' Ze tuurde naar zijn naamkaartje. '...Lopez. Ik heb het ijskoud. Bedankt dat jullie even zijn langsgekomen. Mag ik nu terug naar bed?' 'U zei dat ze met z'n drieën waren. Dat ze aan het inbreken waren.' 'Hè?'

'Uw man zei dat u om hulp vroeg. Dat u zei: "Ze zijn met z'n drieën..." Dat was vlak voordat de verbinding verbroken werd.'

'O... dat telefoontje...' 'Ja.'

'Nou, eh, het is een beetje gênant...'

'En een van de achterburen belde over een televisie die te hard stond, of een luidspreker of zoiets.' 'O, sorry. Dat moet de tv geweest zijn. Hij staat nu uit.' Met heel zachte stem zei degene die Lopez heette: 'Mevrouw, als er iets is wat u ons wilt vertellen maar wat u misschien nu niet kunt zeggen... misschien wilt u ons gewoon een teken geven. Een paar keer met uw ogen knipperen of zo. Zoiets.' Ze was even stil.

'Dat zou u kunnen doen. Zonder gevaar.' Ze keek van de een naar de ander en barstte toen in lachen uit. 'O, jullie zijn goed, weetje dat? Als er iemand in huis was bijvoorbeeld, bedoel je? Dat is geweldig! Ze geven jullie echt een grondige training, hoor!'

Degene die Lopez heette, wierp haar een bedachtzame blik toe. 'We zijn erop getraind om problemen te herkennen. Hebt u problemen?'

'Alles is prima in orde. Echt waar. Ik zweer het...' 'Mag ik vragen wat de rest van de zin zou zijn geweest?' 'Hè?'

'Die zin over dat ze met z'n drieën aan het inbreken waren. Wat had u verder nog willen zeggen?' 'Oké, goed. Zoals ik al zei: dit is nogal gênant. Mijn man en ik zijn pas uit elkaar. Het is mijn eerste nacht in dit nieuwe huis en ik voelde me een beetje eenzaam en was wat dronken. Wat ik hem wilde zeggen was - als je het echt wilt weten - wat ik wilde zeggen was: er zijn drie dingen die ik voor je zal doen als je nu meteen hiernaartoe komt en bij me in bed kruipt.'

Degene die niet Lopez heette lachte hardop. 'Maar goddank kwam ik tot bezinning voordat ik dat allemaal zei en hing ik op, zodat niemand ooit zou weten wat ik had gedacht. Tenzij er natuurlijk midden in de nacht twee politieagenten aan de deur zouden komen om me erover te ondervragen.'

'Zullen we nu maar gaan, Rick? Of wil je dat ze ons ook nog vertelt welke drie dingen?'

Meg sloot de voordeur door er met haar rug tegenaan te leu-nen. Ze stapte de hal binnen, waar ze toekeek hoe de patrouil-lewagen bij het huis wegreed. Ze keek op naar de dichtstbij-zijnde camera alsof ze wilde zeggen: 'Zie je, ik heb ze weggestuurd', maar op dat moment, als uit het niets, hoorde ze een metaalachtige, doordringend gegil dat ergens van boven kwam. Uit de panic room, dacht ze. Als ze mijn kind iets aandoen...

Ze vloog naar het solarium, waar ze Stephen rechtop zittend aantrof, met een vertrokken gezicht van de pijn, maar alert. Ze stak een hand achter hem, maakte zijn riem los en haalde die uit zijn broek. Hij vroeg zich af wat ze van plan was, maar hij was veel te zwak om met haar te redetwisten. Ze nam het pistool, legde het in zijn handpalm en wond de riem eromheen, zodat het strak aan zijn pols gebonden zat. 'Til het op,' commandeerde ze. Stephen deed wat ze zei en tilde zijn hand ongeveer vijftien centimeter op, maar de pijn was zo ondraaglijk dat hij hevig beefde. Hij slikte gal weg. 'Wat doe je, Meg?'

Ze schudde haar hoofd. 'Geen tijd.' Ze zag zijn sceptische gezichtsuitdrukking toen hij naar haar opkeek. 'Je merkt het wel.'

Ze wist dat het leven van haar dochter op het spel stond en elke seconde was nu belangrijk. 'Til het pistool op!' krijste ze. Hij gehoorzaamde, hoewel hij tranen van pijn moest te-rugdringen, en ze bond zijn arm vast aan de stoel zodat hij nu met het pistool recht vooruit gericht zat. Snel liep ze door het huis heen en ze pakte alles waarvan ze dacht dat het nuttig zou kunnen zijn. Ze zocht tussen het verschillende gereedschap op de keukentafel maar vond niet wat ze zocht. Ze ging verder met een van de keukenlades en greep een loper waarvan ze zich herinnerde dat die daar lag. Maar er was nog iets wat ze nodig had, iets wat echt indruk zou maken. En toen viel haar oog erop: de voorhamer stond rechtop tegen de muur naast de trap naar de kelder. Ze pakte hem op en zwaaide hem over haar schouder. Ze verwonderde zich erover hoe zwaar hij was en hoe gemakkelijk ze hem desondanks kon optillen. Ze wurmde zich uit de par- ka die ze droeg en ging op weg om wat echte schade aan te richten.

Ze bekeek de videocamera in de keuken: haar eerste doelwit. Ze hief de voorhamer op en liet hem met al haar kracht neer-komen op de camera, zodat hij in stukken uiteenvloog. Ver-volgens liep ze van kamer naar kamer om elke camera aan gruzelementen te slaan die ze zag. Met elke vernietigende aanval voelde ze zich sterker worden. 

Sarah keek aandachtig naar hen. Burnham en die vreselijke man hadden het te druk om op te merken dat de tv-monitors in de panic room, de een na de ander, niet meer werkten. Ze kon haar ogen nauwelijks geloven toen ze zag wat er door het hele huis heen gebeurde. De schaduw van haar moeder be-woog van de ene kamer naar de andere, en wanneer haar schaduw in een kamer verscheen, werd het scherm zwart. Ze kon niet geloven dat haar moeder met een voorhamer liep te zwaaien en de ene na de andere camera ermee aan stukken sloeg. Sarah keek vol ontzag naar deze zachtaardige vrouw, haar moeder, die plotseling was veranderd in een bezetene. Wauw, te gek, mam...

Ze hoopte van harte dat de twee mannen bezig zouden blijven en niet zouden denken aan de videocamera's. Een paar minuten geleden, toen de deurbel ging en die twee politie-mannen op de stoep stonden, had ze gedacht dat het allemaal voorbij was. De mannen hadden haar moeder scherp in de ga-ten gehouden en Burnham had tegen de vreselijke man ge-zegd dat haar moeder het wel op zou lossen en de vreselijke man had met hem geredetwist, maar hij maakte zich meer zorgen om zijn verminkte hand, en toen gingen de politie-agenten weg en was Burnham weer verdergegaan met een stuk van de vloer los te wrikken. Ze zochten naar een brand-kast en ze hoopte dat ze hem zouden vinden en dan zouden weggaan. De vreselijke man, met zijn donkere, boze ogen, gaf haar de kriebels. Hij bleef maar naar haar kijken en dan tegen haar zeggen dat ze niet zo naar hem moest kijken. Hij was heel gespannen en had vreselijk veel pijn. Als Burnham niet in de kamer was geweest, wist ze zeker dat hij haar had vermoord.

Telkens als hij opkeek, gleed zijn blik naar haar toe, en dan keek hij haar boos aan omdat zij naar hem keek. Het was een vreemd soort spelletje geworden. Ze bleef naar hem kijken ondanks het feit dat het hem boos maakte, omdat het een manier was om zijn aandacht bij de monitors en haar moeder vandaan te houden. Maar toen verpestte ze het. Toen hij zijn ogen opsloeg en naar haar staarde, zat ze naar een van de monitors te kijken.

Zijn blik volgde de hare. 'Shit! Wat...' mompelde hij terwijl hij keek naar het beeld van een vrouw in een blauwe nachtjapon die een voorhamer ophief en hem met een klap liet neerkomen op de camera, zodat er op het scherm meteen al-leen nog sneeuw te zien was. 'Waar is ze verdomme?' Hij staarde naar de monitor, met open mond. Meg had eindelijk de laatste camera bereikt, de camera die tot op dat moment bedekt was geweest met Burnhams jas. De vreselijke man ging met zijn neus vlak bij de monitor zitten, net op tijd om te zien hoe de jas van de camera werd gerukt en haar moeders gezicht in beeld kwam, vertrokken tot een woest, boos masker, terwijl ze de voorhamer liet neerkomen. Weg beeld.

'Hé, Burnham, ze heeft alle camera's vernield. Dat wij daar niet aan gedacht hebben. Nu hebben we geen idee wat er daarbuiten gaande is.'

Burnham, die het druk had met de brandkast, gaf geen ant-woord. Sarah bedekte haar oren tegen de krijsende boor toen die het metaal doorboorde. Toen de boor stopte, kwam Raoul met een kreun overeind en hinkte hij naar Burnham toe om te zien hoe het ging. Terwijl hij stond te kijken, klikte de brand-kast open. Hij staarde naar binnen en draaide zich toen om naar Burnham en keek hem aan. 'Hij is leeg, man. Dat stomme ding is leeg!' 'Deze brandkasten hebben vaak een valse bodem,' legde Burnham uit, die helemaal niet van zijn stuk gebracht leek.

Hij wrikte de bodemplaat omhoog en daaronder lag een dikke akte-envelop. Hij pakte hem op en draaide hem langzaam rond om hem te bestuderen. 'Kom op, man, maak nou open,' zei Raoul begerig. Burnham sneed met een mes voorzichtig de lijmstrook los en staarde naar de inhoud. 'Obligaties aan toonder,' zei hij. 'In miljoenen.' Hij begon te tellen. 'Drie, vier, vijf... elf, twaalf... zestien, zeventien... eenentwintig, tweeëntwintig...' Hij stopte en staarde naar het geld. Hij schudde traag zijn hoofd en glimlachte.

'En?' wilde Raoul weten.

'Tweeëntwintig obligaties,' zei Burnham op kalme toon. 'Tweeëntwintig miljoen dollar.'

'Dat méén je verdomme toch niet!' Raoul was verbijsterd en hij keek Burnham met open mond aan. 'Tweeëntwintig miljoen,' zei Burnham. Hij stopte de envelop in zijn zak.

'Die kleine klootzak van een leugenaar!' Raoul schudde zijn hoofd en knarste met zijn tanden. 'Hij verdiende het om dood te gaan.' In zijn opwinding had hij niet gezien dat Burnham de envelop in zijn zak had gestoken. Burnham kwam overeind en klopte het stof van zijn broek. 'Tijd om te gaan,' zei hij. Hij draaide zich om en boog zich voorover naar Sarah, met zijn handen op haar schouders. 'Er gebeurt je niets. Ik beloof het.' Sarah knikte. Ze wist niet waarom, maar ze vertrouwde deze man. Als hij zei dat haar niets zou overkomen, dan was ze bereid hem te geloven. Burnham deed de deur van de panic room open. Hij stapte als eerste naar buiten. Zijn ogen flitsten van links naar rechts toen hij de lege kamer binnentrad. Raoul volgde hem op zijn hielen, met Sarah tussen hen in. Toen ze met hun drieën de slaapkamer binnenkwamen, was het volkomen donker in het huis. Raoul knipte een lamp aan, maar er gebeurde niets. Toen ze verder de kamer in liepen, klonk er een knerpend geluid onder Burnhams laars. Gebroken glas. 'Shit,' zei hij. De vrouw had niet alleen alle camera's in huis aan gruzelementen geslagen, ze had ook nog eens alle lichtpeertjes kapotgemaakt. Ze was gevaarlijk. Gevaarlijk en slim. Ze hield zich ergens in huis schuil met Raouls pistool en de voorhamer en ze hadden geen idee waar. Sarah was hun enige kans om veilig weg te komen, maar hij vond het vreselijk om haar als zodanig te gebruiken.

Other books

The Fortunes by Peter Ho Davies
The Life of the Mind by Hannah Arendt
Scaring Crows by Priscilla Masters
The Magic Christian by Terry Southern
Strawberry Yellow by Naomi Hirahara
Pushing Past the Night by Mario Calabresi