The Panic Room (19 page)

Read The Panic Room Online

Authors: James Ellison

BOOK: The Panic Room
12.26Mb size Format: txt, pdf, ePub

De man deed een uitval naar de panic room en het medicijn-etui, maar Meg was vast van plan om die maniak bij haar dochter uit de buurt te houden. Met een oorverdovend gekrijs sprong ze weer op hem af. Dit keer slaagde ze erin een stuk van de overjas vast te grijpen en ze trok er van achteren aan. Hij kronkelde en draaide met zijn lichaam om haar van zich af te schudden en slaagde er uiteindelijk in om zijn armen los te maken uit de mouwen van de jas. Door het getrek belandde Meg op de vloer met de gescheurde jas in haar hand, en viel de man de panic room binnen. Hij greep zich vast aan de deurpost om zijn val te breken, net op het moment dat de zwarte man, die hem goed in de gaten hield, op de knop druk-te om de deur van de panic room te sluiten. De man met de dreadlocks gilde het uit toen de deur van de panic room, met alle kracht van de veer die erachter zat, op zijn vingers dichtsloeg en ze verbrijzelde. 

Meg keek toe terwijl de deur van de panic room dichtsloeg. Haar dochter zat daarbinnen met die twee mannen en het etui met haar medicatie, en zij was buitengesloten. Ze probeerde uit alle macht niet te gaan huilen. Tranen waren nu een luxe; ze had geen tranen meer. Ze had het gevoel dat ze op de een of andere manier Sarah bedrogen had; ze had het gevoel dat ze de slechtste moeder was die er ooit had geleefd, slechter zelfs dan Medea. Sarah zat gevangen in die kamer met twee mannen die haar alleen maar kwaad wilden doen en de medi-catie die haar leven kon redden, lag ook in de kamer. Ze had het gevoel dat ze het doodvonnis van haar dochter zo goed als getekend had.

Maar in elk geval leed die slechte man, die ene met de dread-locks, pijn. Ze hoorde zijn gegil. Hij was gestruikeld terwijl de deur dichtsloeg en hij moest beklemd zijn geraakt tussen de zware, stalen deur. Ze stond daar en deed haar best kalm te blijven. Nu was zij degene die wanhopig graag de panic room binnen wilde komen. Er moest een manier zijn. Ze moest na-denken. Nadenken.

Burnham stond bij het videopaneel naar Raoul te staren en toe te kijken hoe hij pijn leed. Hij maakte geen aanstalten om hem te helpen.

'Verdomme, mijn vingers!' jammerde Raoul. 'Godverdomme, man, help me nou...'

Burnham stond naar zijn verminkte rechterhand te staren, die voor een deel tussen de deur vastgeklemd zat. 'Waar is je pi-stool?' vroeg hij.

'Doe verdomme die deur open!' krijste Raoul.

Burnham duwde hem tegen het controlepaneel, waarbij hij

per ongeluk de intercom activeerde. Met zijn gezicht vlak

bij dat van Raoul vroeg hij: 'Waar is je pistool? Waar is het gebleven?'

'Daarbuiten!' schreeuwde Raoul. 'Doe de deur open. Toe nou, man. Het doet vreselijk pijn.'

Burnham keek hem vol afkeer aan. Hij was volkomen psy-chotisch en wat nog erger was: hij was dom. 'Zij heeft het pistool,' zei hij. 'Door jou heeft ze nu het pistool. Waarom moest je haar trouwens lastigvallen? Nu heb je het verknald voor ons, man. Nu heb je het pas goed voor ons verknald.' Raoul kronkelde van de pijn. 'Alsjeblieft... jezus, Burnham... doe die deur open.' Burnham schudde zijn hoofd. Hij keek Raoul aan zonder met zijn ogen te knipperen en keek toe hoe hij leed. Hij had nu de overhand en hij was niet van plan die zomaar weer op te geven.

'Mijn hand doet vreselijk pijn,' zei Raoul, die nu begon te kermen. 'Ik hou het niet meer.'

'Je begrijpt het volgens mij niet helemaal,' zei Burnham, die geen aanstalten maakte om te helpen. 'Zij heeft het pistool, eikel. Zij heeft verdomme het pistóól! We zitten in de nesten, man.'

Meg kon de twee mannen plotseling horen. 'Waar is je pistool? Waar is het gebleven?' 'Daarbuiten! Doe de deur open. Toe nou, man. Het doet zo vreselijk pijn.'

'Zij heeft het pistool. Door jou heeft ze nu het pistool. Waarom moest je haar trouwens lastigvallen? Nu heb je het verknald, man. Nu heb je het pas goed voor ons verknald.' Meg draaide zich om en liet zich op haar knieën vallen. Het pistool lag onder de overjas die ze van de man afhad getrokken tijdens hun worsteling. Ze raapte het onmiddellijk op. Ze hield het pistool recht voor zich uit en liep naar de deur van de panic room. Ze hield het met beide handen vast, met haar trillende vinger op de trekker. Meg had nog nooit zo'n razende woede gevoeld. Ze was er klaar voor om te vuren zodra de deur openging. Ze wist absoluut zeker dat ze zou schieten. Ze bleef staan en luisterde naar hun stemmen die over de intercom klonken.

'De deur... Jezus, alsjeblieft, Burnham, doe alsjeblieft de deur open. Ik hou het niet meer, man. Het doet verschrikkelijk pijn.'

'Stil. Ze kan je door de deur heen horen.' 'Wat kan mij dat schelen, man? Ik verrek van de pijn. O, god, doe gewoon de deur open. Wil je het geld? Je mag het hebben. Het kan me niets meer schelen. Doe alleen maar de deur open.' 'Ze schiet ons neer. Snap je dat dan niet, stomme klootzak? Door jou heeft ze nu het pistool en denk maar niet dat ze het niet zal gebruiken.'

'Het kan me geen bal schelen. Voor mijn part schiet ze me neer. Doe die deur nou open!'

Ze stond bij de deur naar de panic room en haar hand werd steeds vaster. Ze vroeg zich af waar de zwarte man mee bezig was. Was hij bewust zijn medeplichtige aan het martelen? Een halfuur geleden - het leek wel een eeuwigheid - was ze hem gaan beschouwen als een fatsoenlijke kerel, fatsoenlijk voor een misdadiger dan. Hij had met kleine dingen geprobeerd om de ervaring zo pijnloos mogelijk te maken voor haar en haar dochter. Maar toen had hij de kleding verwisseld en haar in de val laten lopen, zodat ze gescheiden raakte van haar dochter. Dus hij deugde niet. Hij was net zo erg als die andere kerel. Ze zou hen allebei zonder scrupules doden, als het zover kwam. Ze zou hen allebei verdomme een kogel door de kop jagen. 'Ik ga proberen met haar te praten.' 'Doe eerst de deur open, man. Alsjeblieft!' 'Straks. Nu moeten we eerst het een en ander met haar bespreken.'

Stilte. Meg drukte haar oor tegen de deur en wachtte af. 'O, shit!'

De stem van de zwarte man. 'Wat is er?'

'De intercom was aan, verdomme. Een van ons moet ertegen-aan gestoten hebben. Ze heeft alles gehoord.' Weer stilte. Toen de stem van de zwarte man: 'We weten dat je het pistool hebt. Kun je me horen?' Meg haalde diep adem. 'Ik hoor je.' 'Leg het pistool neer en ga bij de deur vandaan.' 'Mijn dochter heeft een injectie nodig.' Stilte.

'Ik moet hem haar nu meteen toedienen.' 'Laat het pistool vallen.'

'Doe de deur open. Ik moet haar haar medicijnen geven.' 'Dat kunnen we niet doen. Als ik de deur opendoe, schiet je ons neer.'

'Geef jij haar dan de injectie. De medicatie zit in het zwarte etui.'

Burnham greep het etui en deed het open. Hij wendde zich tot Sarah, die nog steeds als een lappenpop in de hoek van de ka-mer lag.

'Heb je dit nodig?' vroeg hij. Ze schudde zwakjes 'ja'. 'Kun je het zelf doen?' Een zwak 'nee' terwijl haar ogen dichtvielen. Burnham bestudeerde haar. Ze was zo klein, zo bleek. Hij dacht aan zijn eigen dochter, die ongeveer van dezelfde leef-tijd was, en probeerde het beeld uit zijn geest te verdrijven. 'Vertel me de waarheid. Wat gebeurt er als je dit niet krijgt?' Sarah slikte en likte over haar gebarsten lippen. Ze kon nau-welijks spreken, maar ze wist twee woorden uit te brengen: 'Coma. Dood.'

Haar beide ouders, haar moeder aan de andere kant van de

deur en haar vader die in het solarium bij bewustzijn begon te komen, konden de woorden van hun kind horen. Beiden luis-terden vol doodsangst.

Meg begon buiten zichzelf van angst zo hard als ze kon tegen de deur te schoppen. Telkens als haar voet de deur raakte, schoot er een pijnscheut vanuit Raouls gewonde hand door zijn arm omhoog. Meg wilde koste wat het kost binnenkomen. Ze zou de deur intrappen als het moest. Ze zou alles doen om bij haar dochter te komen en ervoor te zorgen dat ze die injectie kreeg.

'Hou op met tegen die deur te schoppen, kreng!' schreeuwde Raoul. 'Verdomme Burnham, doe die deur open!' Burnham begreep wat Meg doormaakte. Hij probeerde zich voor te stellen hoe Alison zou zijn als die in haar schoenen stond, hoe hijzelf zou zijn. Hij vond het geen prettig gevoel en probeerde zich ervoor af te sluiten. Hij kon dit kind niet laten sterven. Hij wist dat hij een compromis moest sluiten. 'Luister naar me,' zei hij. 'Leg het pistool op de grond zodat ik het kan zien en loop naar beneden. Helemaal naar beneden. Dan geef ik dat kind haar injectie.' Meg rende naar de trap met het pistool nog steeds in haar hand. Ze liep naar beneden.

De diepe stem dreunde uit de luidspreker: 'Ik zei datje het pistool moest achterlaten.'

Meg draaide zich om en zwaaide met het pistool naar de ca-mera. 'Krijg de klere!' gilde ze, en ze vloog de trap af.

Burnham vermoedde dat de vrouw hen niet zou neerschieten als ze het meisje niets zouden aandoen, dus drukte hij op de 'open'-knop van de deur van de panic room, en Raouls hand kwam vrij. Burnham wierp Raoul een latex handschoen toe die hij te midden van de omgekeerde kratten had gevonden. Raoul kreunde terwijl hij zijn vingers erin probeerde te steken. Drie vingers waren verbrijzeld.

Hij liet zich op de vloer zakken en hield voorzichtig zijn pijnlijke hand vast.

Burnham raapte het flesje Glucagon op en wendde zich tot Sarah. Raoul volgde zijn bewegingen met een smeulende blik in zijn halfdichte ogen.

'Wat doe je, man? We hebben geen tijd voor dit gezeik. Ze

belt zo de politie.'

'Ga jij die brandkast openmaken?'

Raoul keek hem alleen maar aan.

'Dat dacht ik al. Hou nou je kop dicht, dan is dit zo gebeurd.' Terwijl Burnham door de kamer liep en zich op zijn knieën voor het kind op de grond liet zakken, maakte Raoul oogcon-tact met Sarah, die naar hem zat te staren. 'Kijk niet zo naar me,' zei hij.

Sarah wendde snel haar blik af en keek in de ogen van de donkere, forse vreemdeling. Hij glimlachte. 'Ik weet hier he-lemaal niets vanaf, behalve dan wat ik bij E.R. heb gezien. Je zult me moeten vertellen wat ik moet doen, oké?' Sarah probeerde woorden te vormen, maar ze was te zwak om meer te doen dan knikken.

'Oké, dan praten we niet,' zei Burnham. 'Geen probleem. De tv liegt toch niet? Die mensen bij E.R. weten wat ze doen.' Burnham trok het klittenband van het etui los en rolde het uit op de vloer.

Hij wierp haar een blik toe en werd onwillekeurig overvallen door een beschermend gevoel. Hij kon de vader in zichzelf niet in bedwang houden. Als je een kind in nood ziet, stel je geen vragen, dan doe je gewoon wat er gedaan moet worden. 'Hé,' zei hij op vriendelijke toon. 'Knik eens even, wil je? Laat me weten datje er nog bent.' Sarah gunde hem een miniem hoofdknikje. 'Goed zo, meid,' zei hij.

Ze moest hem eigenlijk vertellen wat hij moest doen, maar hij wist dat dat onmogelijk was. Hij wees naar de verschil- lende instrumenten in het etui om erachter te komen wat hij nodig had om haar de injectie te geven. Ze was inmiddels zo verzwakt dat ze alleen nog maar met haar ogen kon knippe-ren op het moment dat hij het juiste instrument aanraakte. Hij vulde de injectiespuit met Glucagon en praatte tegen het meisje over koetjes en kalbes, want als ze ook maar een beetje op zijn dochter leek, zou ze spuiten doodeng vinden. 'Wat een kast van een huis hebben jullie hier. Je moeder zal wel behoorlijk rijk zijn, hè?'

'Mijn vader is rijk,' zei Sarah op hese fluistertoon. 'Mijn moeder is alleen maar knettergek.'

Om de een of andere reden moest Burnham daarom glimla-chen. 'Ja. Ik snap watje bedoelt. Scheidingen zijn moeilijk.' Hij bestudeerde haar bleke gezicht en zag de wallen onder haar ogen. 'Hoe oud ben je?' 'Tien.'

'Je lijkt ouder.' 'Ik ben bijna elf.'

Burnham hield de spuit omhoog en vroeg het kind wat hij nu moest doen. Sarah trok zwakjes haar T-shirt omhoog. 'Buik?' vroeg hij.

Ze knikte, en kneep toen met alle energie die ze bij elkaar kon rapen een stukje vel samen om een rolletje te maken. Burnham stak zijn hand uit om te helpen. 'Zo?' Sarah knikte. Burnham bracht vervolgens de naald omlaag, maar Sarahs ogen sperden zich open en ze duwde hem angstig weg.

'Tikken. Je moet ertegen tikken,' mompelde ze zachtjes. 'O, ja, natuurlijk. Sorry. Je hebt gelijk.' Bij E.R. traden ze niet zo ver in detail. Burnham tikte tegen de spuit om de luchtbelletjes naar boven te brengen - hij herinnerde zich dat hij dat een keer had gezien op tv - spoot er een paar druppels uit en keek haar aan om te zien of het zo goed was. Ze leek nu kalmer. Hij hoopte dat dat was omdat hij het goed deed en niet omdat ze te zwak was om zijn fouten te corrigeren.

'Ik wilde dat ik mijn kinderen mee kon nemen naar zo'n mooi huis als dit,' zei hij terwijl hij de injectie toediende. 'Ik wilde dat ik ze alleen maar mocht zien. Soms kun je dingen gewoon niet goedmaken. Je wilt het wel, maar je loopt steeds weer tegen problemen op.'

Het meisje keek naar hem op en hij zag dat ze hem helemaal begreep. Ze leek erg volwassen voor haar leeftijd. 'Het had helemaal niet zo moeten gaan, weetje. We hadden het helemaal uitgedacht. We wilden gewoon naar binnen en weer naar buiten - een, twee, drie. Jullie zouden niet eens hebben geweten dat we hier waren geweest.' Burnham was klaar met de injectie en trok voorzichtig Sarahs T-shirt weer omlaag. 'Voel je je al beter?' vroeg hij haar. 'Ja, Burnham.'

Hoe wist ze wie hij was? Hij was even oprecht verbijsterd, totdat hij naar beneden keek en zag dat zijn naam duidelijk op zijn overall geborduurd stond. Hij schudde zijn hoofd. Welke idioot deed nu een naamplaatje op als hij een huis ging beroven?

Hij keek Sarah weer aan. 'Zoals ik al zei: dit was helemaal niet de bedoeling.' Hij aarzelde even en voegde er toen aan toe: 'Het spijt me.'

Raoul had de hele procedure met groeiend ongeduld gadege-slagen. Hij hield zijn goede hand onder zijn verminkte hand en keek Burnham boos aan. 'Was dat leuk, dokter? Dat was verdomme mooi tijdverspilling.'

Burnham beantwoordde zijn boze blik. 'Jij zou haar de medi-catie niet gegeven hebben, hè Raoul?' 'Shit, nee. Waarom zou ik?' 'Ik heb medelijden met je, man.'

'Krijg de klere,' zei Raoul. 'Je bent gewoon een sentimentele ouwe vent. Een loser.'

Burnham klikte de intercom aan: 'Alles is goed met je dochter,' zei hij en zijn zware stem galmde door het hele huis. 'Nog even en dit is allemaal achter de rug. We moeten datgene afmaken waarvoor we hiernaartoe zijn gekomen en dan gaan we weg.'

Raoul had schoon genoeg van dat brave, lievevadertjesge- doe. Het was tijd om die man wat verstand in zijn hoofd te praten.

Other books

8 Weeks by Bethany Lopez
Milk by Emily Hammond
Destined to Reign by Joseph Prince
Maggie Dove by Susan Breen
The Pastor's Wife by Jennifer Allee
Look at the Birdie by Kurt Vonnegut
Champions of the Gods by Michael James Ploof